De geschiedenis van turf in Nederland
Van Veendam tot Veenendaal, Nederland draagt de geschiedenis van de veengebieden mee in plaatsnamen en straatnamen. Veen en vooral turf, zie je op veel plekken terug. Niet alleen in plaatsnamen, maar ook in straatnamen, zoals Turfsingel of Turfmarkt. Eeuwenlang diende turf als brandstof voor het grootste deel van de Nederlandse samenleving. Wat was turf precies en wat maakte het zo belangrijk?
Turf in Nederland
Turf was een brandstof die werd gemaakt van gedroogd veen. Veen, een materiaal dat je op veel plekken in Nederland in de bodem vindt, bestaat uit afgestorven planten die in een waterrijk gebied zijn samengeperst. Dit proces herhaalde zich ongeveer duizend jaar, waardoor er een dik pakket veen ontstond. Zulke veengebieden zijn nu nog te vinden in plaatsen zoals Heerenveen en Soesterveen.
Dat je van veen turf kan maken en turf als brandstof kan gebruiken, was al bekend in de Romeinse tijd. Toch kwam turfwinning vooral op gang in de Middeleeuwen. De bevolking groeide hard en omdat er niet genoeg brandhout beschikbaar was, werd turf als brandstof gebruikt. Zowel in de huishoudens, als in de nijverheid. Het turfwinnen binnen Nederland werd gezien als de eerste stap richting een vroege en voorzichtige industrialisatie in de Gouden Eeuw.
Het winnen van turf
Turf werd vooral gebruikt omdat het goedkoop was en in grote hoeveelheden beschikbaar was. Dat wil echter niet zeggen dat turf makkelijk gewonnen werd. Turf winnen was zwaar werk. Turfstekers, zoals de arbeiders die het veen afgroeven werden genoemd, moesten vaak lange dagen maken.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Hoe het turfsteken werd georganiseerd, kon verschillen per streek. In het hoogveen werd de bovenste onbruikbare veenlaag verwijderd, waardoor het afsteken van turf kon beginnen.Bij laagveen stapten de arbeiders in een smal bootje en voerden ze de oever op. Door middel van een baggerbeugel, een soort schepnet met een lange steel, werd er veen onder het grondwaterpeil weggebaggerd.
Verder verliep het turfwinnen in drie fases. Als eerst het turf steken, het afgraven van het veen. De grond werd vaak met de hand of met een baggerbeugel afgegraven, opgestapeld op legakkers, waarna de massa in lijnen en rechthoeken werd gesneden. Het opstapelen gebeurde zodat de wind erdoor kon blazen, waardoor de turf nog droger werd. Het opgraven gebeurde in het voorjaar, zodat het in de warme zomer alle tijd had om te drogen.
Veenkoloniën
In de gebieden waar veel turf werd gestoken, ontstonden vanaf de late Middeleeuwen veenkoloniën, nederzettingen waar de turfstekers woonden. Dit waren vaak langgerekte lintdorpen, waar de arbeiders vanuit hun eigen huis een perceel afwerkten. In de koloniën ontstonden verschillende officieuze klassen. De veen- en landarbeiders vormden de onderste laag, gevolgd door de turfschippers met hun families in de laag net daarboven. Dan kwamen de boeren die het land bewerkten wanneer grond vrijkwam door de turfwinning. De bovenste laag van de sociale klassen waren de veenbazen. Zij bezaten de grond en hadden een hoge status in de samenleving.
In de negentiende eeuw ontstond er, naar een plan van Johannes van den Bosch, een nieuwe vorm van een veenkolonie. Dit waren de nederzettingen van de Maatschappij van Weldadigheid die in de achtergelegen gebieden nederzettingen stichtten. Er ontstonden daarentegen ook nog doorgaande dorpen in veengebieden.
De gevolgen van turfwinning op het Nederlandse landschap
De eeuwenlange turfwinning liet zijn sporen achter in het Nederlandse landschap. Zo ontstonden er, vooral in het westen van Nederland, veel meren en plassen die overbleven na het turfsteken. Denk hierbij aan de Nieuwkoopse Plassen en de Vinkeveense Plassen. Zulke meren vormden nogal eens problemen. Het Haarlemmermeer, dat ook door turfwinning ontstond, werd door de combinatie van turfwinning en erosie zo groot, dat het de bijnaam ‘Waterwolf’ kreeg. Veel van zulke plassen zijn, net als het Haarlemmermeer, inmiddels ingepolderd.
De hoogveengebieden, die ooit veel voorkwamen, verdwenen door het turfsteken. Nadat de bruikbare veenlagen waren afgegraven, werd het gebied geschikt gemaakt voor akkerbouw. De laatste restjes hoogveen in Nederland zijn nu beschermd gebied.
In de gebieden waar veel turf gewonnen werd, namen soms overstromingen toe. Veengebieden zijn namelijk een buffer voor droogte en overstromingen, doordat het veen veel water kan opnemen en dat lang kan vasthouden.
Alternatieven voor turf
Tijdens de industriële revolutie werd de Limburgse steenkool een belangrijkere energiebron dan turf. Door de verbeterde mijnbouwtechniek werden de steenkoollagen diep in de bodem steeds beter bereikbaar. Doordat de steenkool ook een veel hogere verbrandingswaarde had dan turf, werden de kolen al snel populairder dan turf. Toch verdween turf niet helemaal als brandstof. In periodes van schaarste, zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog en incidenteel zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd turf alsnog als brandstof ingezet. Na de Tweede Wereldoorlog bleven de Zuid-Limburgse mijnen belangrijk voor de wederopbouw van Nederland, totdat de vondst van de aardgasbel in Slochteren ook steenkool naar de achtergrond verdreef.
Daarmee kwam de turfwinning in Nederland vrijwel volledig ten einde. Inmiddels zijn veel gebieden waar vroeger turf gewonnen werd zelfs beschermde natuur.
Vandaag de dag wordt er flink geprotesteerd tegen allerlei belastingvoordelen en subsidies op fossiele brandstoffen. Helemaal nieuw is dat niet. In Geschiedenis Magazine 2 van 2024 vertelt Joris Oddens over de protesten die in de 19e eeuw losbarstten toen de overheid een accijns op turf wilde invoeren.
Nederland als grootste turf importeur
Hoewel er in Nederland niets meer wordt uitgegraven, gebruikt Nederland nog volop turf. Voornamelijk in de tuinbouw, waar turf nog altijd als vruchtbare grond voor gewassen wordt gebruikt. Die turf komt vooral uit andere landen, zoals Duitsland, Estland, Zweden, Finland, Letland, Litouwen en Polen. In 2020 importeerde Nederland 2.156 miljoen kg turf. Jaarlijks is dit ongeveer 4,7 miljoen kuub turf. Hiermee werd Nederland de grootste importeur van Europa.
bronnen:
- vno-ncw.nl: De turfsteker deed vaak onder barre omstandigheden zijn werk.
- archeologieonline.nl: De geschiedenis van turf: een oude brandstof.
- turfvrij.nl: Wat is het probleem?
- rtlnieuws.nl: Waarom je geen potgrond met turf moet kopen: 'Natuurgebieden vernietigd'.