Geschiedenis van het Binnenhof
Het Binnenhof is hét symbool voor de Nederlandse democratie. De eeuwenoude gebouwen in het centrum van Den Haag zijn al eeuwenlang dé plek waar politieke beslissingen worden genomen. Sinds de zomer van 2021 wordt het Binnenhof grootschalig gerenoveerd. Maar wat is eigenlijk de geschiedenis van de plek waar onder andere het Torentje en de Tweede Kamer gevestigd zijn?
De oudste, nog bestaande gebouwen van het Binnenhof zijn de Grafelijke Zalen, waar de Ridderzaal onderdeel van uitmaakt. Met de bouw van de Grafelijke Zalen werd al rond het jaar 1250 begonnen. De bouw van de Ridderzaal begon rond 1280 en werd zo’n twaalf jaar later afgerond. Sindsdien zijn er verschillende gebouwen bijgebouwd, afgebroken en gerenoveerd. Maar wie maakten er in de dertiende eeuw al gebruik van de gebouwen op het Binnenhof?
Graven van Holland en Zeeland
Zoals de naam van de Grafelijke Zalen al verklapt woonden en werkten de graven van Holland op het Binnenhof. Graaf Willem II van Holland en zijn zoon Floris V begonnen met de bouw van de eerste residenties. Zij gebruikten de gebouwen als bestuurlijk en juridisch centrum van hun macht. Die macht strekte zich uit over de graafschappen Holland en Zeeland. Floris V liet ook de Hofkapel bouwen. Die deed eerst echt dienst als kapel maar is tegenwoordig de ruimte waarin de fractie- en werkkamers van de Eerste Kamer zich bevinden.
Vanaf 1450, ten tijde van de Bourgondische Nederlanden, werden de graafschappen vertegenwoordigd door een stadhouder die ook op het Binnenhof woonde en werkte. Het Binnenhof was in deze tijd de vergaderlocatie voor de Staten van Holland. Inmiddels was het Torentje ook toegevoegd aan het Binnenhof. Al stond dit gebouw toen nog in de Hofvijver en was het alleen bereikbaar via een ophaalbrug. Het werd gebruikt door de namens de stadhouder kastelein die de gebouwen beheerde.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Tachtigjarige Oorlog
Toen de Tachtigjarige Oorloguitbrak tegen de Spaanse overheerser kwamen de vertegenwoordigers van de Zeven Provinciën (Holland, Zeeland, Friesland, Groningen en Ommelande, Gelderland, Utrecht, Overijssel) vanaf 1585 bij elkaar in Den Haag op het Binnenhof. Zij vormden de Staten-Generaal en vergaderden vanaf nu vrijwel onafgebroken op het Binnenhof in Den Haag..
Dat veranderde in de 17e eeuw. Aan de Hofvijver werd in 1600 een residentie gebouwd voor de immens populaire Maurits van Nassau. Maurits was stadhouder van Holland en zijn residentie werd gebouwd in opdracht van de Staten van Holland. Dit gebouw kent men nu als de Mauritstoren. De Mauritstoren diende écht als woonvertrek en niet als vergaderruimte.
Renovatie en herbouw
Het ging de Republiek der Verenigde Nederlanden financieel erg goed maar dit was nog niet te zien aan de plek waar zij vergaderden. De gebouwen waren oud en straalden weinig ‘grandeur’ uit. Achter de Mauritstoren, in het verlengde van de Hofvijver, werden daarom in het midden van de 17e eeuw gedeeltes van de oude stadhouderlijke residentie volledig herbouwd. Er moest een nieuwe vergaderzaal komen die een monumentale uitstraling had en die de nieuwe status van de Staten van Holland moest uitstralen. De nieuwe vergaderzaal die in eerste instantie gebruikt werd door de Staten van Holland wordt tegenwoordig gebruikt als de zaal van de Eerste Kamer.
Niet alleen de Staten van Holland wilde een nieuwere zaal die een zekere allure uitstraalde maar ook de Staten-Generaal wilde een gepaste zaal waar zij de gezanten in konden ontvangen. In het verlengde van de Mauritstoren en de nieuwe vergaderzaal werd een bestaand gebouw volledig herbouwd. De verouderde zalen die hier lagen moesten plaatsmaken voor een mooie, nieuwe zaal. Dit werd de Trêveszaal, die op de plaats kwam waar in 1608 onderhandeld was over het Twaalfjarig Bestand. Trêves is het Franse woord voor bestand. Tegenwoordig vergaderd de Ministerraad wekelijks in deze zaal.
Koninkrijk Holland
De Staten-Generaal vergaderde tot ongeveer 1795 op het Binnenhof toen er een einde kwam aan de Republiek. De Nederlanden werden nu een soort vazalstaat van Frankrijk ten tijde van de Bataafse Republiek. Het Binnenhof werd gebruikt als vergaderlocatie van de Bataafse regering totdat de Nederlanden onder leiding van koning Lodewijk Napoleon omgedoopt werden in het Koninkrijk Holland. Lodewijk Napoleon dacht dat de zeelucht slecht voor zijn gezondheid was en verhuisde met zijn regering eerst richting Utrecht en vervolgens richting Amsterdam.
Na de val van Napoleon in 1815 werden Nederland en België samengevoegd in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Er waren twee regeringszetels: Den Haag en Brussel. Ieder jaar wisselde de regering van het Binnenhof naar Brussel en omgekeerd. Na de Belgische onafhankelijkheid van 1830 werd het Binnenhof de vaste regeringszetel van Nederland. Vanaf 1848 kwam daar ook het parlement bij nadat Thorbecke een meer democratische grondwet had geschreven in het Torentje.
Hedendaagse geschiedenis
Tijdens de Tweede Wereldoorlog regeerde de Duitse bezetter kort vanaf het Binnenhof in Den Haag. Verder veranderde er weinig aan het uiterlijk en het gebruik van het Binnenhof. Pas in 1988 werd er opnieuw begonnen met een verbouwing toen bleek dat het gebouw van de Tweede Kamer te klein was. Architect Pi de Bruin was verantwoordelijk voor de uitbreiding van het gebouw van de Tweede Kamer dat in 1992 opgeleverd werd. Dat er de laatste eeuwen niet veel verbouwd was aan de rest van het Binnenhof is de reden dat er vanaf 2021 ruim vijf jaar de tijd genomen wordt om het Binnenhof op te knappen. De verwachting is dat de renovatie tot 2026 zal duren. Tot die tijd vergadert de Tweede Kamer in het gebouw waar eerst het ministerie van Buitenlandse Zaken zat.