Nixon en Trump

Nixon en Trump: boeven, maar heel verschillende boeven.

In Zoeklicht op het gazon kruipt Auke Hulst in de huid van Richard Nixon, voormalig president en vicepresident van de VS. Niet alleen is het vijftig jaar geleden dat Nixon de 37e president van de VS werd, maar ook Nixons reputatie staat weer in de belangstelling. En dat komt weer door de huidige president: Trump. Hulst zocht naar de overeenkomsten, maar zag ook de verschillen. 

Tekst: Auke Hulst

Vijftig jaar nadat Richard M. Nixon (1913-1994) werd geïnaugureerd als de 37ste president van de Verenigde Staten, is hij terug in het publieke oog. Met dank aan één man, Donald J. Trump, de 45ste president van dat land. De vergelijking ligt voor de hand: Nixon was de eerste president die zich gedwongen zag af te treden om een afzettingsprocedure te ontlopen, Trump wordt mogelijk de tweede. Ook bij The Donald hangt het spook van Impeachment boven de markt, en is er een Speciale Aanklager aangesteld om onderzoek te doen naar strafbare feiten. Nixon had Watergate, Trump heeft Rusland. Het verweer van Trump tegen dat onderzoek lijkt rechtstreeks uit het handboek van Nixon te komen – het was Tricky Dick, zoals Nixons bijnaam luidde, die begon met het te pas en onpas spreken over een ‘witch hunt’, een heksenjacht. En die daarbij uitdrukkelijk de pers als vijand aanmerkte.

Daar houden de overeenkomsten niet op. Nixon was, net als Trump, een Republikein, en ook Nixon wist het electoraat te motiveren door zich af te zetten tegen de elite en door het op te nemen voor de “gewone man”, voor ruraal Amerika. Daarbij speelde hij, beduidend subtieler dan Trump, in op raciaal ressentiment en koos hij een kant in de cultuuroorlog die Amerika verscheurde. We spreken over de tijd van de Vietnamoorlog en de Burgerrechtenbeweging. Zoals ook nu een cultuuroorlog woedt.

Beiden presidenten heb ik uitvoerig bestudeerd. Over Nixon heb ik recent zelfs een roman gepubliceerd: Zoeklicht op het gazon. Maar hoe meer ik me in beiden verdiepte, hoe meer juist de verschillen me troffen, die zo mogelijk nóg inzichtelijker zijn, en die niet ten gunste van Trump uitpakken.

1 De arme quaker versus de gouden paplepel

Een mens wordt voor een groot deel gevormd door zijn achtergrond, en er zijn nauwelijks grotere verschillen van achtergrond denkbaar dan die tussen Nixon en Trump. Nixon werd geboren in een arm plattelandsgezin. Hij groeide op in het quaker-stadje Whittier, California, onder de knoet van een streng religieuze moeder en een opvliegende vader die een zakelijke brekebeen was. Al jong werd Nixon daardoor gedwongen hard te werken. Bovendien stierven twee van zijn vier broers op jonge leeftijd aan tuberculose, een drama dat de sfeer in de familie bepaalde en Nixon belastte met zowel schuldgevoel als bewijsdrang. Geld om de pientere Nixon naar Harvard te sturen was er niet – hij was weliswaar toegelaten, maar zag zich gedwongen zijn academische carrière aan te vangen op het nietszeggende Whittier College. Hij hield er een grote afkeer aan over van elitejongens die, hoewel gespeend van talent, dankzij pa’s portemonnee naar dure universiteiten mochten en een heel leven lang door een old boys’ network opkontjes tegemoet konden zien.

Donald Trump komt juist uit een puissant rijk gezin en heeft vanaf de wieg financiële meewind gehad. Hoewel hij altijd doet alsof hij een selfmade man is, was het dankzij het fortuin van zijn grootmoeder Elizabeth en zijn vader Fred dat hij in hun voetsporen vastgoedontwikkelaar kon worden. Overigens erfde hij niet alleen een vermogen van Fred Trump, hij erfde ook diens racistische attitudes en dubieuze zakelijke tactieken.

2. De lezer versus het leeghoofd

Een evident verschil tussen Nixon en Trump is hun honger naar kennis. Nixon studeerde van jongs af aan als een bezetene en was – hoewel hij zichzelf geen intellectueel vond – zeer belezen. Daarnaast had hij culturele interesses: op de universiteit deed hij fanatiek aan toneel, en hij speelde zowel piano als viool. (Hij had naar eigen zeggen liever concertpianist willen worden.)

Trump leest hoegenaamd niet, en is vooral geïnteresseerd in zichzelf, niet in de wereld. Een defect waar zijn adviseurs rekening mee houden door hem korte briefings te voeren met bullet points, en door ervoor te zorgen dat de naam Trump geregeld in die briefings opduikt, zodat de president er met het hoofd bij blijft.

Hoe groot dat verschil is, werd me duidelijk toen ik voor Zoeklicht op het gazon Nixons boek Six Crises aan het lezen was, en dan vooral het hoofdstuk over de topontmoeting die Nixon in 1959 met de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov had. Dat bezoek werd door Nixon – indertijd vicepresident onder Eisenhower – zelf tot in de puntjes voorbereid: hij las boeken over communisme, sprak met academici, staatslieden en journalisten; hij maakte een psychologische analyse van Chroesjtsjov en bracht de valkuilen in kaart. In het bezoek dat hij later als president aan het China van Mao bracht, werd zelfs jaren voorbereiding geïnvesteerd.

Ik las dat hoofdstuk in de week van de topontmoeting tussen Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-Un. Een topontmoeting waar door Trump geen enkele voorbereidingstijd in was gestoken, en die, onvermijdelijk, op een deceptie zou uitlopen: een photo-op omlijst met toezeggingen die hol zouden blijken.

Nixon in China

3. De neuroot en de sociopaat

Het is riskant zonder een patiënt te observeren iets te zeggen over diens psychische gesteldheid. Nadat in 1964 het tijdschrift Fact een rondgang maakte langs psychiaters ten behoeve van een vernietigend stuk over de mentale gezondheid van de toenmalige presidentskandidaat Barry Goldwater, werd in het medisch-ethisch handboek van American Psychiatric Association de Goldwater Rule opgenomen. Volgens die regel mag een psychiater wel in algemene zin over het vak praten in de media, maar is het niet toegestaan een professionele mening te geven over publieke figuren.

Dat heeft psychiaters er niet van weerhouden die regel zo nu en dan met voeten te treden. Over de mentale gezondheid van Nixon zijn in de jaren zeventig meerdere boeken geschreven, terwijl meer dan twintig psychiaters een bezorgd boek over Trump schreven, getiteld: The Dangerous Case of Donald Trump.

Ik ben geen psychiater, en dus niet gehouden aan de Goldwater Rule. Maar zelfs voor een relatieve leek is het evident dat er ‘iets’ met Nixon en Trump is. Het verschil in type afwijking is echter van belang. Nixon is een beschadigd mens met neuroses, waarvan hij zich ook deels bewust was, getuige de vele decennia dat hij onder behandeling van een psychiater heeft gestaan (een feit dat hij angstvallig stil hield). Trump is een klassieke sociopaat, zonder inlevingsvermogen, zonder enige zelfreflectie en met een door niets gestaafd geloof in het eigen gelijk. Persoonlijk lijkt me dat tweede type mens veel gevaarlijker.

4. De politicus versus de anti-politicus

Richard Nixon heeft in zijn politieke carrière veel verkeerd gedaan: hij allieerde zich vroeg in zijn carrière met het McCarthyisme, hij was een meester in dirty tricks, waarvan Watergate een voorbeeld was, hij ondermijnde clandestien de Vietnamese vredespogingen van president Johnson, omdat dat zijn eigen kansen in de presidentsverkiezingen zou vergroten. Maar dat neemt niet weg dat hij in de eerste plaats een politicus was, die zijn leven lang in diverse hoedanigheden de publieke zaak diende en die daadwerkelijk geïnteresseerd was in beleid, waarin conservatieve én progressieve elementen te ontdekken waren. Hij begon in 1947 als afgevaardigde, werd daarna senator, en was acht jaar vice-president. Na twee verloren campagnes – in 1960 voor het presidentschap, in 1962 voor het gouverneurschap van Californië – verdween hij uit beeld, om een ongedachte comeback te maken en alsnog president te worden.

Trump is juist een anti-politicus. Voor zijn presidentschap heeft hij geen seconde een publiek ambt bekleed, noch heeft hij ooit blijk gegeven geïnteresseerd te zijn in het dienen van de publieke zaak. En ook in zijn retoriek is hij anti-politiek. Een disrupter. Als iets het presidentschap van Trump kenmerkt, is het het ondermijnen van het systeem, of het nu is door de keuze van bewindsmensen (een anti-milieulobbyist als baas van de overigens door Nixon in het leven geroepen Environmental Protection Agency; een voorvechter van privatisering van onderwijs op onderwijs), of door simpelweg vele ambtelijke posten onbezet te laten.

5. Alles voor de poen?

Tijdens zijn fameuze afscheidsspeech zei Nixon: ‘Deze regering heeft dingen verkeerd gedaan, en de hoogste man neemt altijd de verantwoordelijkheid, die ik nooit uit de weg ben gegaan. Maar ik wil één ding zeggen: we kunnen trots zijn op deze vijfenhalf jaar. Geen man, geen vrouw in deze regering is met meer wereldlijke rijkdom vertrokken dan waarmee hij of zij kwam. Niemand heeft geprofiteerd ten koste van het publieke belang of de staatskas. Dat zegt iets over jullie. Fouten: ja, maar voor persoonlijk gewin: nooit.’

Dit is – een paar kleine kwesties daargelaten – waar. Het ging Nixon om macht en om beleid, niet om geld. Sterker: hij was, in tegenstelling tot de meeste moderne Republikeinen, verre van een loopjongen van het grootbedrijf. Het aantal aantijgingen van zelfverrijking tegen de Trump-familie is daarentegen inmiddels al zo lang en zo goed gedocumenteerd, dat het voor de hand ligt dat Trump daar nog eerder over zal struikelen dan over Rusland. Nixon opereerde volgens de mores van de politiek, Trump volgens de mores van de clan, van de maffiabaas.

Dus ja, Nixon was een boef, en Trump is een boef. Maar laten we vooral niet denken dat de ene boef de andere is.

zoeklicht op het gazonAuke Hulst schreef Zoeklicht op het gazon, een psychologische roman over Nixon, waarin hij de invloed van karakters op de loop van de geschiedenis onderzoek. Auke Hulst brak in 2012 door met zijn autobiografische roman Kinderen van het Ruige Land. Hij won twee jaar achtereen de Harland Award Boekprijs, met Slaap zacht, Johnny Idaho (2015) en met En ik herinner mij Titus Broederland (2016), dat ook op de longlist stond van de ECI Literatuurprijs en de Libris Literatuur Prijs. In 2017 verscheen het zeer lovend ontvangen Motel Songs dat werd bekroond met de Bob Den Uyl Prijs. 

Ook interessant: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

bloed en spelen

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 23 januari. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

draken in de alpen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

Kies jouw welkomstgeschenk

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.