Aanhangers van de religieuze leider Khomeini tijdens de Iraanse Revolutie.

Iran, van bondgenoot tot aartsvijand

Sinds de standrechtelijke executie van de Iraanse generaal Qassem Soleimani zijn de spanningen tussen de Verenigde Staten en Iran tot het kookpunt gestegen. In reactie op de moord op Soleimani, sloeg het Iraanse regime terug via een aanval op twee Amerikaanse legerbasissen in het nabijgelegen Irak. Een diplomatieke oplossing van het conflict lijkt, met andere woorden, ver weg. Hoe hebben de spanningen tussen Washington en Teheran zover kunnen oplopen?

In de negentiende en het begin van de twintigste eeuw slaagden westerse mogendheden als Frankrijk en Engeland, er in om vaste voet te krijgen in het Midden-Oosten. Frankrijk vooral in Noord Afrika, Engeland in het gebied tussen Egypte, Afghanistan en Syrië. Eén van de weinige landen die deels zich aan directe inmenging van het westen kon onttrekken was Perzië, het huidige Iran. Maar toch kreeg het westen invloed. Bedreigd door Rusland zocht Perzië steun bij het Britse Rijk, dat in ruil daarvoor aanzienlijke oliebelangen en handelsvoordelen kreeg.

Seculiere revolutie

In 1921 kwam de Pahlavi dynastie, in de persoon van Reza Sjah (1878-1944) door een staatsgreep aan de macht. Geïnspireerd door de seculiere staat Turkijke onder Kemal Atatürk (1881-1938) begon de sjah (=koning) aan een groot programma om Perzië om te vormen tot een moderne, op westerse leest geschoeide staat. De islamitische geestelijkheid moest het daarbij ontgelden. De sjah voerde burgerlijke wetgeving in om de Sharia te vervangen. Islamitische feesten en kledingvoorschriften werden afgeschaft.

In 1941 volgde Reza's zoon Mohammed Reza (1919-1980) zijn vader op, nadat die werd verbannen omdat hij teveel zou hebben geheuld met de nazi's. Twaalf jaar later moest de sjah echter vluchten vanwege een volksopstand onder leiding van premier Mohammed Mossadeq (1882-1967). Mossadeq behoorde tot de Hadjarendynastie, die in 1925 door de Pahlavi's was verdreven. De premier had de steun van de islamitische geestelijken, en wilde minder banden met het westen. Daarom begon hij bijvoorbeeld de Persian-Oil Company, waar Engeland een grote vinger in de pap had, te nationaliseren.Perzische spotprent van de kroning van Reza Sjah uit 1928.

Westerse interventie

Door de democratisering van Iran zagen Engeland en Amerika hun belangen in het islamitische land bedreigd. De regeringen van beide landen bekookstooften daarom in het geheim een plan om hier iets aan te doen. Via een clandestine operatie - die de codenaam "Ajax" kreeg - hielpen de westerse bondgenoten in 1953 generaal Fazlollah Zahedi met een staatsgreep in het zadel. Nadat de democratische regering van Mossadeq vakkundig uit de weg was geruimd, kon de autoritaire maar pro-westerse Sjah terugkeren. Dat schiep natuurlijk wel verplichtingen: de sjah haalde de banden met Engeland en Amerika verder aan. Vooral de Amerikanen kregen meer invloed, waardoor zij ook goedkoper olie konden kopen. Ook zou Amerika uitgroeien tot de belangrijkste wapenleverancier van de koninklijke familie. Voor Amerika, dat destijds verwikkeld was in de Koude Oorlog, waren niet alleen de oliebelangen, maar ook de strategische ligging van het land nabij de Sovjet-Unie van groot belang.

Plannen voor Operation Ajax

Van bondgenoot tot aardsvijand

De sjah begon steeds meer trekjes van een dictator te vertonen. Hij schafte begin jaren '70 het tweepartijenstelsel af. Alleen zijn eigen partij was nog toegestaan. Hij voerde landhervormingen door, waarmee hij opnieuw vooral de geestelijkheid tegen zich in het harnas jaagde. Maar ook onder het volk nam de ontevredenheid toe. Er was een grote kloof ontstaan tussen de stedelijke levensstijl, die vooral op het westen gericht was, en het leven op het platteland, waar de tradities en de geestelijkheid nog steeds een grote rol speelden, en waar nog grote armoede heerste.

In 1977 begonnen de eerste protesten tegen het bewind van de sjah. In eerste instantie gingen vooral studenten de straat op, maar al snel werden de protesten gedragen door een breed deel van de bevolking. In 1978 liepen de demonstraties uit de hand, toen een protest in Teheran hard werd neergeslagen, met honderden doden tot gevolg. De tegenmaatregelen die de sjah probeerde in te voeren om het tij nog te keren, zoals de afschaffing van het éénpartijstelsel, hielpen niet. Op 16 februari 1979 vluchtte de sjah naar Egypte. Daarmee was de weg vrij voor de Iraanse Revolutie, die zou leiden tot de oprichting van de Islamitische Republiek Iran. Het nieuwe theocratische regime maakte een abrupt einde aan de culturele liberalisering van het land, en stelde zich vijandig op tegenover het westen. Iran en de Verenigde Staten waren niet langer bondgenoten. Sterker nog: tot op de dag van vandaag zien beide landen elkaar als aartsvijanden.

Recente ontwikkelingen

Sinds 1979 zijn Iran en de Verenigde Staten verschillende keren in botsing gekomen. Zo zette de gijzeling van de Amerikaanse ambassade in Teheran tussen 1979 en 1981 veel kwaad bloed, en moest Washington niets hebben van de Iraanse pogingen een kernwapen te bemachtigen. Recente ontwikkelingen - dat wil zeggen, de standrechtelijke executie van de hooggeplaatste Iraanse militair Qassem Soleimani en de daaropvolgende vergeldende aanval op Amerikaanse legerbasissen - gooiden enkel olie op het vuur. Een doorbraak in het slepende conflict tussen Iran en de Verenigde Staten lijkt dan ook ver weg.

Bron:

Afbeeldingen:

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Karel de Grote

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

Kies jouw welkomstgeschenk

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Mensen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

bloed en spelen

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 23 januari. 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.