De Praagse Lente
Na de protesten in Poznań en de Hongaarse Opstand van 1956, was het in 1968 ook in Tsjecho-Slowakije tijd voor een revolutionaire wind. Hervormingen doorgevoerd door Alexander Dubček leidden tot een gehele feeststemming in Tsjecho-Slowakije en even leek het of er een democratie ontstond. Deze periode van hervormingen en toenemende vrijheid staat bekend als de Praagse Lente.
Communistische invloedssfeer
Na de Tweede Wereldoorlog bevond Tsjecho-Slowakije zich onder communistische invloedssfeer en in 1955 werd Tsjecho-Slowakije onderdeel van het Warschaupact, waarbij de deelnemende landen – net als de leden van zijn Westerse tegenhanger, de NAVO – politiek en militair zouden samenwerken tegen dreigingen van buitenaf. In de jaren ’50 heerste er een waar schrikbewind onder leiding van president en secretaris-generaal van de communistische partij, Antonín Novotný. Er was sprake van censuur, men mocht niet vrij reizen en politieke tegenstanders werden vervolgd.
“Socialisme met een menselijk gezicht”
Novotný regeerde met een harde hand, samen met zijn falende planeconomie zorgde dit voor een toenemende ontevredenheid in zijn land, zelfs binnen zijn eigen partij. Daarom werd Novotný begin 1968 aan de kant gezet als secretaris-generaal van de communistische partij. In zijn plaats kwam Alexander Dubček. Zijn voornaamste doel was om de economie weer op gang te brengen, hij koos daarom voor een compleet andere tactiek dan zijn voorganger. Onder de slogan “socialisme met een menselijk gezicht” liet Dubček de teugels vieren en voerde hij een breed hervormingsprogramma door.
Langzamerhand konden de Tsjechen en Slowaken van meer vrijheden genieten. Mensen mochten hun mening weer uiten, dus overal werd over gediscussieerd. In cafés, waar nu de nieuwste Westerse hits speelden, of op straat, waar Russische vlaggen werden verbrand. Omdat de ‘Lente’, in tegenstelling tot de Hongaarse Opstand, vreedzaam was, werd er in het begin niet door de Russen ingegrepen.
Besmettingsgevaar
Toch liep achter de schermen de druk hoog op. De communistische collega’s uit andere Oostbloklanden zagen de revolutie in Tsjecho-Slowakije met angstige ogen aan en waren bang dat de Praagse Lente zou overslaan naar andere Sovjet-staten. Dit was een reële angst, Poolse studenten riepen in een mum van tijd om hun eigen Dubček. Eerdere opstanden werden met geweld beëindigd en als het aan de andere communistische leiders lag, zou Praag hetzelfde lot wachten om ‘besmettingsgevaar’ te voorkomen. Het Kremlin werd overspoeld met verzoeken om Tsjecho-Slowakije te bezetten in het kader van het Warschaupact.
De toenmalige president van de Sovjet-Unie, Leonid Brezjnev, drong erop aan dat Dubček de hervormingen terug zou draaien. Op 3 augustus 1968, acht maanden na het begin van de Praagse Lente, ondertekende Dubček daarom de Verklaring van Bratislava, waarin hij beloofde zich te verzetten tegen antisocialistische invloeden. Ondertussen ging het hervormingsprogramma echter wel door en riep de bevolking om meer vrijheden, zoals openlijke verkiezingen.
‘Bureaucratische coup’
Tegenstanders van Dubček binnen de communistische partij deden in het geheim een schriftelijk verzoek om Russische steun bij een staatsgreep. Dit was het excuus dat Brezjnev nodig had om in te grijpen. Toen de Russische, Poolse, Hongaarse en Bulgaarse tanks Tsjecho-Slowakije op 20 augustus 1968 binnenrolden was dat om de ‘gezonde figuren binnen de communistische partij’ te steunen bij een ‘bureaucratische coup’, en het Tsjecho-Slowaakse leger bood geen weerstand. Dubček en zijn medestanders werden gearresteerd en naar Moskou gevlogen, waarna een legermacht de controle over het land overnam.
Tanks kwamen in de straten van Praag tegenover ongewapende burgers te staan. Die wilden, zoals zij de afgelopen maanden gewend waren geraakt, de discussie aan met de soldaten. Toen bleek dat de soldaten niet open voor discussie stonden, grepen de Tsjecho-Slowaken ten einde raad naar molotovcocktails. Er ontstonden rellen, waarbij aan beide kanten enkele honderden doden en gewonden vielen. De coup was een militair succes voor de Sovjet-Unie.
Op politiek gebied was de machtsovername echter minder succesvol. Na de coup wisten de communisten niet een regering te vormen. Samen met het internationale gezichtsverlies van de Sovjet-Unie en de verdeeldheid binnen de communistische partij, zat er niks anders op dan met Dubček te onderhandelen over zijn positie. Een ding stond echter wel vast: alle hervormingen moesten worden teruggedraaid. In 1969 moest Dubček echter alsnog opstappen vanwege rellen en in 1970 werd hij officieel uit de communistische partij gezet. De bezetting van Tsjecho-Slowakije maakte op 21 augustus 1968 een einde gemaakt aan de acht maanden lange Praagse Lente.
Bronnen:
- Koude Oorlog: Praagse Lente
- Andere Tijden: De Praagse Lente
- Historisch Nieuwsblad: De Praagse Lente
- Ethesis: Praagse Lente
Afbeeldingen:
- Tsjecho-Slowaken met hun vlag naast een brandende tank in Praag in 1968 via Wikimedia Commons
- Alexander Dubček in september 1968 via Wikimedia Commons
- Poster voor de Praagse Lente van de Junge Union Deutschland via Wikimedia Commons