Bombardement op Dresden
Dresden 1945 – In de nacht van 13 op 14 februari 1945 klinkt het luchtalarm in de Duitse stad Dresden. Drie uur later zijn er 25.000 mensen om het leven gekomen en ligt ruim 70 procent van de stad in puin. Het bombardement op Dresden wordt gezien als een van de grootste oorlogsmisdaden van de Geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Tactiek: verwarren en verzwakken
Begin 1945 moest het Duitse leger zich steeds verder terugtrekken en stonden de Geallieerden op het punt om de Duitse grens over te steken. Zowel de Russen op het Oostfront als de Amerikanen en de Britten op het Westfront vreesden echter voor zware weerstand bij een directe invasie van Duitsland. Er werd daarom besloten om eerst luchtbombardementen uit te voeren op een aantal Duitse steden, met als doel het veroorzaken van verwarring en het verzwakken van het moraal van de bevolking.
Operation Thunderclap
Dresden was één van de belangrijkste doelwitten van ‘Operation Thunderclap’, met name vanwege de spoorwegknooppunten. Daarnaast was de stad tot op dat moment nog relatief schadevrij gebleven, waardoor Dresden door de Geallieerden aangemerkt werd als één van de laatst overgebleven industriële centra van Duitsland. Het doel van de operatie was dan ook om zoveel mogelijk schade aan te richten aan de stad. Dit wilde men bereiken door het creëren van een ‘vuurstorm’, waarbij meerdere kleine brandhaarden zich zouden vermengen tot één groot inferno dat niet te blussen zou zijn.
Bombardement op Dresden
Het bombardement, waaraan meer dan 1.300 Britse en Amerikaanse vliegtuigen deelnamen, ging van start op 13 februari om 10 uur ’s avonds. Binnen drie uur werd voor meer dan 3.900 ton aan brisantbommen en brandbommen boven Dresden afgeworpen. Het zwaartepunt van de aanval lag op 14 februari, even na middernacht. Het bombardement op Dresden werd uitgevoerd in verschillende fases, wat resulteerde in een grote vuurstorm in het centrum van de stad.
Vuurstorm
Het plan om een vuurstorm te veroorzaken, lukte. De eerste aanvalsgolf veroorzaakte al veel branden, maar toen even na middernacht honderden Britse bommenwerpers 2600 ton bommen boven de stad loslieten veranderde de stad in een vuurzee. Die tweede aanvalsgolf trof veel gebieden waar veel mensen na het eerste bombardement naartoe waren gevlucht. De tactiek van de RAF was er op gericht zoveel mogelijk branden te veroorzaken. De eerste vliegtuigen wierpen bommen af die nog in de lucht ontploften en een grote schokgolf veroorzaakten. Daarmee werden de dakpannen van de daken geblazen, zodat de houten constructie eronder bloot kwam te liggen. Daarna kwamen vliegtuigen die brandbommen afwierpen, waarvan het vuur op de nu onbeschermde houten zolderingen van gebouwen terechtkwam. Zodoende ontstond een vuurstorm die niet meer te blussen was. De brand woedde zo hevig dat de lichtkogels die de bommenwerpers gebruikten om doelwitten aan te geven, vanuit de lucht niet meer zichtbaar waren. De vliegtuigen die deze lichtkogels afwierpen, de pathfinders, besloten daarom om hun lichtkogels aan de zijkanten van het brandende gebied te laten vallen. Doordat volgende bommenwerpers die lichtkogels volgden, werd het gebied waarin de bommen vielen enorm uitgebreid.
De enorme brand was zo heet dat glas en ijzer smolten. Mensen die een veilig heenkomen zochten in schuilkelders kwamen alsnog om door de enorme hitte, of stikten doordat alle zuurstof uit de schuilkelders naar de branden werd gezogen. Maar ook buiten op straat was er voor velen niet meer voldoende zuurstof om te ademen. In ooggetuigeverslagen die later werden opgetekend, wordt verhaald van mensen die in blinde paniek de straat op renden en daar als nog stikten door zuurstofgebrek, of gegrepen werden door de vlammen.
Daarmee was het leed nog niet geleden. In totaal werd de stad aangevallen door vijf aanvalsgolven die doorgingen tot op 15 februari 1945. Tussen de late avond van 13 februari en 15 februari vielen naar schatting meer dan 25.000 dodelijke slachtoffers en nog eens 30.000 gewonden. Geschat werd dat er op het moment dat de bommen vielen, tussen de 100.000 en 200.000 vluchtelingen in de stad waren, die probeerden te ontkomen aan het oprukkende oorlogsgeweld van de Russische legers.
Oorlogsmisdaad?
Al kort na het bombardement begon de kritiek op de actie. Uiteraard bekritiseerden de Duitsers de actie, maar ook onder de geallieerden ontstond onenigheid. De oorlog leek zo goed als gestreden, was een groot bombardement op een stad nog wel nodig om het laatste Duitse verzet te breken? Vanuit de Duitse media werd een eerste schatting van 200.000 doden verspreid, voorzien van gruwelijke foto's van omgekomen kinderen. Dat bericht werd bereikte ook het neutrale Zweden en uiteindelijk publiceerde zelfs het Amerikaanse AP een bericht dat de geallieerden aan terror bombing deden. Hoewel zowel Britse als Amerikaanse rapporten het bombardement alsnog als ‘gerechtvaardigd’ afdeden, zagen de Britten na het bombardement wel af van grootschalige bombardementen op Duitse steden.
Nog altijd is het bombardement op Dresden controversieel. Historici en specialisten in het oorlogsrecht debatteren nog altijd over de vraag of het bombardement op Dresden wel of niet goed te keuren valt onder het oorlogsrecht, zoals dat tijdens conferenties in Den Haag en in Geneve is vastgesteld. Maar ook buiten de wetenschap lopen de gemoederen rondom het bombardement nog altijd hoog op. De discussies over het bombardement op Dresden werken ook 75 jaar na het bombardement nog altijd door in de hoogste regionen van de Duitse politiek.
Tijdens het bombardement werd ook een groot deel van het historische centrum van Dresden in de as gelegd. Monumenten als de Frauenkirche, het Zwinger, het Residenzschloß en het Johanneum werden verwoest. De wederopbouw van het centrum duurde nog decennia. Met de wederopbouw van de Frauenkirche werd zelfs pas in 1994 begonnen.
Afbeelding:
Bundesarchiv, Bild 146-1994-041-07 / Unknown [wikidata:Q4233718] / CC-BY-SA 3.0