Hugo de Groot Portret

Hugo de Groots Mare Liberum: de droom van de vrije zee

Toen VOC-admiraal Jacob van Heemskerk in 1603 het Portugese handelsschip Santa Catarina had buitgemaakt, ontstond een internationale rel. De Spaans-Portugese koning Filips III had namelijk het monopolie op alle handel naar Oost-Indië (het huidige Zuidoost-Azië) voor zich opgeëist, waardoor de VOC gedwongen werd zich te verantwoorden tegenover de Spaanse kroon.

Voor deze klus keerde de Compagnie zich tot de gerenommeerde jurist Hugo de Groot, die prompt het boek De Jure Praedae (“over het buitrecht”) produceerde. In het enkele hoofdstuk van deze verhandeling dat nog tijdens het leven van de geboren Delftenaar werd gepubliceerd, pleitte De Groot voor onbeperkte internationale toegang tot de mondiale oceanen en zeeën. Dit zogenaamde Mare Liberum-principe (“de vrije zee”) werd een grote hit in de juridische wereld, en geldt tot op de dag van vandaag als leidend principe in de regulering van internationale wateren.

Dat De Groots uitgangspunten echter lang niet altijd gerespecteerd werden, bleek in de aanloop naar de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog van 1652. Per een decreet van de Engelse leider Oliver Cromwell werd van alle buitenlandse schepen die Engelse wateren binnenvoeren verwacht dat zij, uit respect voor de soevereiniteit van het Engelse zeegebied, de vlag in saluut dompelden. Toen de Nederlandse admiraal Tromp in contact kwam met een schip onder leiding van zijn Engelse tegenhanger Robert Blake in de buurt van Dover, concludeerde Blake dat Tromp te langzaam was in het brengen van zijn saluut. De Slag bij Dover volgde, en de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog ontbrandde.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog

Ook anderhalve eeuw later, tijdens de Eerste Wereldoorlog, kwam het Mare Liberum-principe onder grote druk te staan. Als onderdeel van haar oorlogsvoering kondigde Engeland in augustus 1914 namelijk een blokkade van Duitsland af. Dit leverde niet alleen protesten op vanuit de regering in Berlijn – die reageerde middels de zogenaamde “onbeperkte duikbotenoorlog” tegen Britse schepen - maar ook vanuit de Verenigde Staten, wiens handel als neutrale partij ernstig te lijden had onder de Engelse blokkade. Als gevolg hiervan koos de Amerikaanse president Woodrow Wilson er voor om het Mare Liberum-principe op te nemen als een van zijn Fourteen Points bij de formulering van het Amerikaanse eisenpakket tijdens de vredesonderhandelingen aan het einde van de oorlog. Wilsons steun voor de vrije toegang tot de wereldzeeën mocht echter niet baten. Als gevolg van zowel Engelse weerstand als de weigering van de Amerikaanse senaat om Wilsons vredesverdrag te ratificeren, hield het Mare Liberum-principe in de jaren na de Eerste Wereldoorlog op te bestaan als leidend concept in het internationale maritiem recht.

U-boot Bemanning Eerste Wereldoorlog WWI Onderzeeër

Na de Tweede Wereldoorlog

Net als in de periode na de Eerste Wereldoorlog werd in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog de onbeperkte toegang tot de mondiale oceanen niet vastgelegd in bindende vredesverdragen, zoals het Handvest van de Verenigde Naties. Desalniettemin zijn er sindsdien op internationaal niveau stappen gezet om de maritieme handel tussen landen te bevorderen. Zo hebben de lidstaten van de Europese Unie in de jaren ’70 het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) ingevoerd, waarbij Europese landen gelijke toegang kregen tot elkaars territoriale wateren. Ook trad vanuit de Verenigde Naties in 1982 het UNCLOS verdrag in werking, waarmee het mondiale zeerecht gecodificeerd werd.

Gedonder over Brexit en kabeljauw

Toch zijn er sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog ook confrontaties tussen landen geweest met betrekking tot de toegankelijkheid van de oceaan. Het Verenigd Koninkrijk en IJsland raakten bijvoorbeeld verwikkeld in de zogenaamde Kabeljauwoorlogen gedurende de jaren ’60 en ’70, waarbij de twee eilandstaten een hoogoplopend conflict hadden over de precieze omvang van IJslands territoriale wateren. Hiernaast is de toegang tot Britse territoriale wateren voor EU-landen inzet geworden van de moeizame onderhandelingen rondom de Brexit, en was het Iraanse dreigement uit 2018 om de voor de internationale oliehandel cruciale Straat van Hormuz af te sluiten in directe tegenspraak met het Mare Liberum-principe.

Alhoewel de droom van Hugo de Groot wat betreft de onbeperkte toegang tot zeeën en oceanen nog altijd geen werkelijkheid is, kan worden gesteld dat zijn Mare Liberum-concept een onmiskenbare impact heeft gehad op de ontwikkeling van het maritiem recht. De wereldzeeën mogen wellicht nog niet volledig vrij zijn, maar dankzij de klassieke tekst van De Groot zijn deze wateren in ieder geval een stuk toegankelijker geworden voor internationale zeevaarders dan in de zeventiende eeuw.

Leestip:

Hugo de Groot ZeerechtWerkers van de wereld – Globalisering, arbeid en interculturele ontmoetingen tussen Aziatische en Europese zeelieden in dienst van de VOC, 1600-1800
Auteur: Matthias van Rossum
Uitgeverij: Verloren
ISBN: 9789087044190
Winkelprijs: €39,–

Bestel Werkers van de wereld

Bronnen:

Afbeeldingen:

Ook interessant: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt