Kamp Westerbork voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog
Kamp Westerbork stond tijdens de Tweede Wereldoorlog bekend als ‘voorportaal van de hel’. Het kamp was een doorvoerhaven in Oost-Nederland naar concentratiekampen als Auschwitz en Sobibor. Het kamp werd echter al voor de oorlog, in 1939, gebouwd en in gebruik genomen, als vluchtelingenkamp.
Eind jaren dertig kwam er een grote toestroom van Joodse vluchtelingen uit Duitsland naar Nederland. Door de gebrekkige mogelijkheden deze mensen op te vangen, ontstond bij de Nederlandse regering de wens voor de oprichting van een centraal vluchtelingenkamp. Zodoende werd in de zomer van 1939 begonnen aan de bouw van het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork voor de uit Duitsland en Oostenrijk gevluchte joden.
Vluchtelingenkamp
Op 9 oktober 1939 kwamen de eerste 22 vluchtelingen aan in het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork. Vanuit heel Nederland werden vervolgens de vluchtelingen overgebracht naar het kamp, waar ze werden ondergebracht in de pas opgeleverde barakken. Deze vluchtelingen moesten na aankomst echter meteen de handen uit de mouwen steken. De hoop in Nederland een veilig heenkomen gevonden te hebben, werd een half jaar later, door de Duitse inval op 10 mei 1940, met de grond gelijk gemaakt.
Interneringskamp
Aanvankelijk lieten de nazi’s het kamp met rust. Desondanks werd de organisatie van het kampleven steeds militaristischer. Dat was volgens de toenmalige Nederlandse commandant de beste manier om de nazi's op een afstand te houden. Maar in de loop van de oorlog veranderde dit en begonnen de Nazi’s gebruik te maken van de al bestaande kampstructuur. Op 1 juli 1942 kwam kamp Westerbork dan ook onder rechtstreeks Duits bestuur. De leiding van het kamp lag vanaf oktober 1942 tot april 1945 bij Albert Konrad Gemmeker. Het kamp begon onder zijn bewind dienst te doen als Polizeiliches Durchgangslager Westerbork. Een doorvoerhaven voor Joden, zigeuners, homoseksuelen, mensen uit het verzet en andere mensen die een gevaar vormden voor de nazi’s.
Deportatie
In de loop van de tijd werden de mensen vanuit het kamp per trein afgevoerd naar kampen als Sobibor en Auschwitz in Polen. Aanvankelijk gebeurde dit via station Hooghalen, maar in de loop van de tijd werd er een directe spoorlijn aangelegd waarmee het kamp werd verbonden met de spoorlijn tussen Beilen en Assen. Wekelijks vertrok er een trein met goederen en/of personen die via Assen, Groningen en Nieuweschans naar de kampen in Polen werden gebracht. De trein kwam daar drie dagen later aan. In totaal werden van juni 1942 tot en met september 1944 ruim 107.000 gevangenen vanuit Westerbork per trein gedeporteerd. Slechts 5.000 van hen keerden na de oorlog levend terug, ruim 102.000 van hen zijn vermoord.
Bevrijding
De laatste trein vanuit het kamp vertrok op 13 september 1944. Een klein half jaar later, op 12 april 1945, werd het kamp bevrijd door Canadese soldaten. Er waren nog rond de achthonderdvijftig gevangenen in het kamp achtergebleven. Na de bevrijding kwam het kamp weer onder Nederlands commando. De bewoners moesten echter nog weken in het kamp blijven voordat zij terug naar hun huizen mochten gaan. Het kamp kwam nu onder Nederlands commando en de bewoners moesten nog weken in het kamp blijven alvorens zij naar huis mochten.
Westerbork na de oorlog
Na de oorlog werd Westerbork niet meteen opgedoekt. Nadat de laatste Joodse gevangenen het kamp eindelijk konden verlaten, werd het Kamp Westerbork ingericht als gevangenis voor opgepakte NSB'ers, SS'ers en andere collaborateurs. Later werd Westerbork een militair kamp waar soldaten die vertrokken naar de Politionele Acties in Nederlands Indië, of daar juist van terugkwamen, werden gehuisvest. Tijdens hun verblijf in het kamp kregen de soldaten training op de nabijgelegen heide. Dat gebruik hield op in 1949, toen ook de Politionele Acties werden gestopt en Indonesië onafhankelijk werd.
De onafhankelijkheid van Indonesië bracht een enorme toestroom van Nederlandse Indiërs op gang. Deze repatrianten werden van 1950 tot 1951 opgevangen in Westerbork, dat de naam Schattenberg had gekregen. In 1951 werden de repatrianten elders ondergebracht, zodat er op het kamp plaats kwam voor Molukkers die in grote getalen naar Nederland kwamen. Daarbij ging het vooral om oud-KNIL soldaten en hun families. Op het hoogtepunt woonden er 3000 van hen op het 'woonoord Schattenberg'. Het idee was dat zij slechts tijdelijk in Nederland zouden blijven, maar dat bleek een misvatting van de Nederlandse overheid, die op zoek moest naar meer permanente woningen. Dat ging slechts langzaam. Pas in 1971 verhuisden de laatste bewoners -met tegenzin- van Schattenberg naar een ander huis in de omgeving.
Afbraak en herinneringen aan het kamp
Al in de jaren 60 waren de eerste schotelantennes van de radiosterrenwacht Westerbork bij het voormalige concentratiekamp gebouwd, en nog voor de laatste bewoners in 1971 waren vertrokken, stonden er al dertien. Voor de marcabere geschiedenis van het kamp was eerst maar weinig aandacht. Pas in 1983 opende het herinneringscentrum Westerbork, naar aanleiding van een intiatief van Manja Pach, die als kind het kamp had overleefd. Op de plek waar ooit het kamp stond, staan nu monumenten voor de 107.000 mensen die zijn weggevoerd, en door speakers worden hun namen voorgelezen op de dag dat zij zijn weggevoerd. Ook is er een monument voor de Molukkers die er jarenlang woonden.
In Nederland waren tijdens de Tweede Wereldoorlog meer concentratiekampen. Hier lees je meer over Duitse concentratiekampen in Nederland.
Afbeelding:
- Een barak in het voormalige vluchtelingenkamp Kamp Westerbork aan Oosthalen te Hooghalen: AnonymousUnknown author [Public domain], via Wikimedia Commons
- Westerbork, a school in the camp: Rudolf Breslauer [Public domain], via Wikimedia Commons