Afschaffing van de Apartheid

Al tientallen jaren gaat de zwarte bevolking in Zuid-Afrika gebukt onder de Apartheid. Ze worden in aparte townships gehuisvest, hebben vrijwel geen bewegingsvrijheid en mogen niet trouwen met een persoon van een ander ras. Op 2 mei 1990 komt hier echter verandering in, als Nelson Mandela en president Frederik Willem de Klerk beginnen aan de onderhandelingen die zullen resulteren in de afschaffing van de Apartheid.

Apartheid

De Apartheid was een systeem van rassensegregatie in Zuid-Afrika dat bedoeld was om de kleine blanke minderheid af te schermen van de overwegend zwarte bevolking. De scheiding werd in 1948 ingevoerd door premier Hendrik Verwoerd, een Zuid-Afrikaans staatsman van Nederlandse komaf.

Het systeem bestond in principe uit twee onderdelen: de grote Apartheid, met als doel het verhuizen van zwarten naar bepaalde reservaten, en de kleine Apartheid, een reeks discriminerende wetten die onder andere de bewegingsvrijheid van de zwarte bevolking beperkte. Al vrij snel ontstond er grote internationale kritiek op Zuid-Afrika vanwege de gedwongen segregatie van bevolkingsgroepen. Ook onder de zwarte bevolking van het land nam het protest in de loop der jaren verder toe.

Verzet tegen de Apartheid

Met name de politieke activist Nelson Mandela, leider van het African National Congres (ANC), groeide uit tot een belangrijk symbool tegen de apartheid. De Zuid-Afrikaanse overheid trad echter hard op tegen dit verzet. Mandela werd vastgezet op Robbeneiland, het ANC werd verboden en politieke protesten, zoals die in Sharpeville in 1960, werden hardhandig neergeslagen.

Pas na tientallen jaren van internationale druk en interne onrust besloot Zuid-Afrika een einde te maken aan de Apartheid. President Frederik Willem de Klerk besloot in 1990 het verbod op het ANC weer op te heffen en Nelson Mandela, na 27 jaar gevangenschap, weer vrij te laten. Op 2 mei 1990 begonnen de twee mannen vervolgens aan de onderhandelingen die een einde zouden maken aan de Apartheid.

Groote Schuur Akkoord

Twee maanden later resulteerde dit in het ‘Groote Schuur Akkoord’, vernoemd naar de presidentiële residentie waarin de onderhandelingen werden gehouden. Vier jaar later, op 27 april 1994, vonden uiteindelijk de eerste vrije verkiezingen plaats in Zuid-Afrika. Het ANC was met 62 procent van de stemmen de grote winnaar en Nelson Mandela werd vervolgens de nieuwe president van Zuid-Afrika.