De Tachtigjarige Oorlog verbeeld: de strijd op het schilderdoek
De Nederlandse Opstand, of de Tachtigjarige Oorlog, was een populair thema voor schilders in de zestiende en zeventiende eeuw. Bovendien konden hoofdrolspelers in de Tachtigjarige Oorlog de schilderkunst gebruiken om een boodschap over te brengen. In dit artikel duiken we in de manieren waarop de Tachtigjarige Oorlog uitgevochten werd op het schilderdoek.
De Beeldenstorm: een beschaafd oproer
Met de Beeldenstorm brak in 1566 na jaren van onrust en ontevredenheid over de Spaanse overheerser het geweld los in de Nederlanden. Op 10 augustus 1566 hield predikant Matte een opzwepende preek bij het Sint Laurensklooster in Steenvoorden, waarna twintig toehoorders het klooster binnendrongen en er alle beelden vernielden. De geweldsuitbarsting breidde zich uit naar omliggende gebieden en al snel werden tientallen andere kloosters en kerken onder handen genomen. Vooral in Antwerpen, Gent en Valenciennes ging het er hardhandig aan toe. Historicus Anton van der Lem stelt dat de Beeldenstorm van dorp tot dorp verschilde:
‘Op de ene plaats verliep het beeldenstormen in razernij door groepen van werkloze en hongerige mensen die al tijdens onder het bestaansminimum leefden. Op andere plaatsen ging er het gedisciplineerd aan toe door efficiënte groepen van stormers, die in de eerste plaats de kerkgebouwen wilden zuiveren.’
Hoewel de protestantse opstandelingen in principe allemaal tegen heiligenverering waren en dus wilden dat afbeeldingen en beelden van heiligen uit de kerken en kloosters werden verwijderd, was het brute geweld waarmee dat soms gepaard ging niet iets om trots op te zijn. In de jaren na de Beeldenstorm werd een systematische zuivering van kerkgebouwen op touw gezet waar het er een stuk rustiger aan toe ging.
Hoewel de Beeldenstorm geen populair onderwerp was, lijkt het erop dat kunstenaars die de gebeurtenis wel afbeelden dat beschaafde karakter probeerden te benadrukken. Het enige schilderij dat van de Beeldenstorm bestaat laat een beschaafd oproer zien. Het schilderij van Dirck van Delen, dat overigens 60 jaar na dato is geschilderd, hangt in het Rijksmuseum en toont een kalm tafereel van enkele mannen die onder toeziend oog van een coördinator een beeld omver trekken. Op de achtergrond slaan kinderen met hamertjes op brokstukken in en klimmen ze op een altaar. Door de Beeldenstorm op die manier te verbeelden lieten protestanten zien dat ze geen woeste bruten, maar juist beschaafde, weloverwogen gelovigen waren. Dat imago kwam goed van pas in de Opstand, waar iedere bondgenoot telde en men dus niemand onverhoopt tegen zich in het harnas wilde jagen.
Vaderlijk en betrouwbaar of heldhaftig en ontzagwekkend?
Dat imago belangrijk is, wist ook Willem van Oranje. In het Rijksmuseum hangt naast het schilderij van de Beeldenstorm een klein portret van Willem van Oranje door Adriaen Tomasz Key uit 1579. Op ooghoogte gehangen kijkt de tegenwoordige bezoeker van het museum de Prins van Oranje recht in de ogen, waar weemoed, maar ook vastberadenheid en vertrouwen uit spreken. Recht tegenover het portret hangt een veel groter schilderij van Willem’s zoon, Maurits van Oranje, de latere stadhouder en legeraanvoerder van de Republiek, geschilderd door Michiel van Mierevelt tussen 1613 en 1620. In tegenstelling tot zijn vader liet Maurits zich ‘ten voeten uit’ en in zijn harnas afbeelden. Bovendien kijkt de toeschouwer van het meer dan twee meter hoge schilderij van onderaf naar de stadhouder, waaruit geen gelijkheid of onderdanigheid blijkt, zoals bij zijn vader, maar waarin Maurits duidelijk vorstelijk en ontzagwekkend werd neergezet.
De keuzes die de prinsen van Oranje maakten in de manier waarop zij geportretteerd werden kunnen persoonlijk zijn, maar hebben waarschijnlijk ook te maken met de voortgang van de Nederlandse Opstand. In 1579, toen Willem van Oranje zich liet portretteren, had hij zich net opgeworpen als de leider van de opstandelingen, als ‘Vader des Vaderlands’. Dat wilde hij als vroegere katholiek voor alle Nederlanders zijn, en dus niet alleen voor protestanten. De toegankelijke, betrouwbare en vaderlijke gezichtsuitdrukking op zijn portret was daarom een strategische keuze.
Toen Maurits zich liet portretteren in het begin van de zeventiende eeuw, was de Tachtigjarige Oorlog al ver gevorderd en was het minder van belang het volk van de Nederlanden te verenigen achter één leider. De kampen hadden zich grotendeels uitgetekend en gewesten, steden en bevolkingsgroepen hadden al een keuze gemaakt voor ofwel de Spaansgezinde kant, ofwel de staatsgezinde, rebellerende zijde. Vanaf 1609 was het Twaalfjarig Bestand ingegaan en waren de wapens tijdelijk neergelegd, maar Maurits, die zijn imago voornamelijk dankte aan zijn militaire successen liet zich desalniettemin strijdvaardig afbeelden. Hoewel er stemmen opgingen voor vrede met Spanje, geloofde Maurits dat vrede met een katholieke vorst op den duur alleen maar nadelig zou uitpakken. Bovendien was hij vanwege die kwestie en geloofstwisten verwikkeld geraakt in een vete met landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt. Des te meer reden om zich heldhaftig en ontzagwekkend af te laten beelden.
Propaganda in de Opstand
Een favoriet onderwerp van veel kunstenaars tijdens de Tachtigjarige Oorlog was het regime van de Spanjaarden, dat zij zo slecht mogelijk afschilderden. In het museum De Prinsenhof in Delft hangt bijvoorbeeld een schilderij met de veelzeggende titel Afbeeldinghe van den ellendighen staet der Nederlanden, onder de wreede tijrannije van den Hertoghe van Alba van een anonieme schilder uit 1627.
Te zien is Alva, gezeten op een troon, en de Nederlandse gewesten, gesymboliseerd door geketende vrouwen. De Staten-Generaal, afgebeeld als de mannen in het zwart rechts op het schilderij, houden hun vingers voor hun monden om te laten zien dat zij monddood gemaakt zijn. Op de achtergrond op het plein in Brussel worden Egmond en Horne onthoofd. De tekst onderaan het schilderij, spreekt lyrisch over de ‘wreede tyrannye’ van Alva:
‘Men bant, men spant, men brant, men moort aen alle houcken (hoeken), / Men vischt in 's mensches bloed, men treed op Godes boucken (God’s boeken) […]’
Dergelijke stukken, waarvan er veel meer bekend zijn, dienden als propaganda voor de staatsgezinde partijen in de Tachtigjarige Oorlog. Ze vertelden een verhaal en lieten er geen twijfel over bestaan wie de tiran was en wie de onderdrukte vrijheidsstrijder. Soms lieten schilders subtieler zien aan welke kant zij stonden. De Zielenvisserij (1614) van Adriaen van de Venne, dat in het Rijksmuseum hangt, is daar een voorbeeld van. Omdat het schilderij ook tijdens de wapenstilstand van het Twaalfjarig Bestand geschilderd is, zorgde Van de Venne dat zijn mening over welke partij de juiste was niet open en bloot, maar verhuld en symbolisch overgebracht werd. Toch laat het schilderij er geen twijfel over bestaan dat Van de Venne staatsgezind was.
De Zielenvisserij stelt de religieus-verdeelde Nederlanden voor. Aan de linkerkant van de rivier staan de protestantse Noord-Nederlanders, badend in het zonlicht, tussen gezonde, groene bomen en onder een mooie blauwe lucht, terwijl aan de overzijde van de rivier de katholieke Nederlanders uit het Zuiden op een dor stukje oever onder een duistere lucht ontevreden toekijken hoe de katholieke geestelijkheid een armzalige poging onderneemt ‘zieltjes’ te vissen. Aan protestantse zijde verloopt de zielenvisserij een stuk vreedzamer en voorspoediger. De regenboog op het schilderij symboliseert de schijnverbondenheid tijdens het Bestand tussen de beide partijen. Subtiel, maar niet mis te verstaan verwees Van de Venne met zijn afbeelding naar een psalmtekst: ‘De ware gelovige is als een boom die vrucht draagt en waarvan de bladeren niet verdorren’.
Met behulp van penseel, verf en linnen gaven schilders zodoende op subtiele wijze of luid en duidelijk het imago van de hoofdrolspelers en de verbeelding van gebeurtenissen in de Tachtigjarige Oorlog vorm en droegen zo hun steentje bij aan de Opstand.
Leestip:
Facetten van de Tachtigjarige Oorlog – Twaalf artikelen over de periode 1559-1652
Auteur: S. Groenveld
ISBN: 9789087047269
Uitgever: Verloren
Winkelprijs: €35,–
Bestel Facetten van de Tachtigjarige Oorlog
Bronnen:
- A. van der Lem, De Opstand in de Nederlanden 1568 – 1648. De Tachtigjarige Oorlog in Woord en Beeld (Nijmegen 2014).
- Wikidelft, ‘Den Ellendighe Staet’
- Inspiratie: Rondleiding ‘Eindexamen’ in het Rijksmuseum tijdens de Nacht van de Geschiedenis, 28 oktober 2017.
Afbeeldingen:
- Beeldenstorm in een kerk, Dirck van Delen, 1630. [Public Domain via Wikimedia Commons]
- Portret van Willem I, prins van Oranje, Adriaen Tomasz Key, circa 1579. [Public Domain via Wikimedia Commons]
- Maurits, prins van Oranje, Michiel van Mierevelt, circa 1613 – 1620. [Public Domain via Wikimedia Commons]
- Afbeeldinghe van den ellendighen staet der Nederlanden, onder de wreede tijrannije van den Hertoghe van Alba, anoniem, 1627. [Public Domain via Wikimedia Commons]
- De Zielenvisserij, Adriaen van de Venne, 1614. [Public Domain via Wikimedia Commons]