Johnson “Moordenaar of Molenaar?”: Nederlandse protesten tegen de Vietnamoorlog
In 1965 begonnen de Verenigde Staten onder leiding van president Lyndon B. Johnson een luchtoffensief tegen het communistische Noord-Vietnam. De Amerikaanse betrokkenheid bij de Vietnamoorlog was een feit. De oorlog was echter controversieel en kon uiteindelijk niet alleen in Amerika, maar ook in Nederland, op veel verzet rekenen. In Amsterdam, Den Haag, Utrecht en andere Nederlandse steden gingen duizenden mensen uit uiteenlopende lagen van de maatschappij de straat op, van studenten tot huisvrouwen en dominees. Affiches met de protestleus “Johnson molenaar” werden wijdverspreid. Maar hoe ontstond dit maatschappij brede protest tegen de Vietnamoorlog, en hoeveel succes had het eigenlijk?
De controversiële Amerikaanse inmenging.
De Amerikaanse inmenging in de Vietnamese oorlog was van het begin af aan al controversieel. Vietnam was na een oorlog met haar voormalige kolonisator Frankrijk, in 1954 in een communistisch noorden en een kapitalistisch zuiden gesplitst. In 1956 zouden vrije verkiezingen worden gehouden, waarna beide delen zich weer zouden samenvoegen tot één land.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
In Amerika zag men dit niet zitten, daar werd gevreesd dat vrije verkiezingen in het communistische Noord-Vietnam niet mogelijk waren. In 1964 vond een incident in de Golf van Tonkin plaats. Op 2 augustus bevond de Amerikaanse USS Maddox zich in Noord-Vietnamese territoriale wateren en werd daarom aangevallen door een Vietnamese torpedojager. Twee dagen later vond een, zo bleek later, verzonnen aanval plaats op twee Amerikaanse schepen. Hierna kreeg de Amerikaanse president Johnson van het Amerikaanse Congres toestemming om Noord-Vietnam aan te vallen zoals hij juist achtte. De Verenigde Staten wilden zo koste wat het kost voorkomen dat Vietnam in zijn geheel communistisch werd.
Het Amerikaanse leger begon haar inmenging in de Vietnamoorlog met Operatie Rolling Thunder. Vanaf maart 1965 werd Noord-Vietnam het slachtoffer van voortdurende en zware luchtbombardementen. De Amerikaanse legertop hoopte dat Noord-Vietnam zich, onder leiding van de communist Ho Chi Minh, binnen een paar weken zou opgeven. Maar Noord-Vietnam bleek weerbarstiger dan de Amerikanen dachten en gaf zich niet zomaar op. Waarna de oorlog in 1966 intensiveerde met nog zwaardere bombardementen en grotere hoeveelheden Amerikaanse soldaten.
Bevrijder en bondgenoot of oorlogszuchtige agressor?
De politiek stond, net als een kleine meerderheid van de Nederlandse bevolking, kort na de Amerikaanse militaire acties in Noord-Vietnam nog grotendeels achter de Verenigde staten.
Maar niet alle Nederlandse burgers steunden de Verenigde Staten. Met name de Provo’s mengden zich al vanaf 1965 in relatief kleinschalige protesten tegen de Amerikaanse inmenging in Vietnam. Vanaf april 1966 zouden er elke eerste zaterdag van de maand Vietnamdemonstraties plaatsvinden in Amsterdam. Hierbij kwamen op het hoogtepunt zo’n 1500 mensen opdagen, waarvan veel leden waren van de Aktiegroep Vietnam, de Provo’s of andere linkse organisaties. Vanwege de antiautoritaire houding van de demonstranten werd geweld of belediging niet geschuwd.
Molenaar of Moordenaar?
Tijdens veel van de Vietnamdemonstraties werd de president van de Verenigde Staten het mikpunt van het protus. Het anti-Amerikaanse sentiment werd dan ook vaak geuit met de kreet “Johnson moordenaar”. In 1967 oordeelde de Hoge Raad echter dat die uitspraak viel onder het beledigen van een bevriend staatshoofd en dus strafbaar was, waardoor de demonstranten naar een alternatief op zoek moesten. De nieuwe leus, die iedereen begreep maar die niet strafbaar was, werd; “Johnson molenaar!”
Daarnaast had filosoof Bernard Delfgauw tijdens een symposium (straffeloos) gezegd dat “Gemeten naar de maatstaven van Neurenberg en Tokio zijn Johnson, zijn naaste medewerkers en generaals oorlogsmisdadigers.” Als zo’n tekst in de wetenschap onbestraft bleef, moest hij ook op spandoeken en posters gezet kunnen worden. De woorden “Johnson” en “oorlogsmisdadiger” werden hier dan vaak wel velen malen groter neergezet dan de rest van de uitspraak.
Media en de Publieke Opinie
Ondertussen was op de Nederlandse televisie dagelijks te zien hoe het Amerikaanse leger Vietnamese dorpen platbombardeerde met napalm en clusterbommen. Vietnam was de eerste oorlog in het ‘tv-tijdperk’ en hoewel het onduidelijk is hoe groot de impact van de televisie precies was, werden er meer mensen dan ooit tevoren geconfronteerd met de gruwelen van de oorlog. Het land dat Nederland 20 jaar eerder nog van de Duitse bezetting had bevrijd, bleek te zijn veranderd in een genadeloze oorlogsmachine.
De media keerden zich tegen het einde van de jaren zestig ook steeds meer en definitiever tegen het Amerikaanse optreden in Vietnam. De escalatie van de oorlog en de weerbarstige houding van de demonstranten zorgden daarnaast voor groeiende media-aandacht voor de protesten.
Overigens werd er niet alleen in Nederland tegen de Vietnamoorlog geprotesteerd. Over de hele wereld, en dus ook in de Verenigde Staten zelf, braken protesten uit tegen het Amerikaanse optreden in Vietnam.
‘Welterusten mijnheer de President’
Andere media die van belang was in het creëren van een aandacht voor de misstanden in Vietnam, was muziek. In het protestnummer ‘Welterusten meneer de president’, geschreven door Lennaert Nijgh en vertolkt door Boudewijn de Groot, werd Johnson en zijn verantwoordelijkheden in de Vietnamoorlog bekritiseerde. De Groot liet zich met dit nummer in 1966 opvallend vroeg uit tegen de Vietnamoorlog. Het populaire nummer zou een opmaat betekenen voor de massale protesten die zouden volgen.
Een andere actiegroep
In mei en oktober 1967 werden in Amsterdam twee grote demonstraties gehouden. Organisator was Nationaal Comité Vietnam van de inmiddels zestig jaar oude Piet Nak, die vooral bekends stond om zijn aandeel in de Februaristaking van 1941. Nak had een gematigde vorm van demonstreren in gedachte; door middel van stille tochten wou hij de Nederlanders bereiken die zich niet aangetrokken voelden tot de radicalere Aktiegroep Vietnam en de provo’s.
Ondanks dat hij hiermee een andere aanpak koos dan de Aktiegroep Vietnam en daardoor zelfs in conflict raakte met de Provo’s, waren de demonstraties succesvol. Op 20 mei 1967 namen 10.000 mensen, uit allerlei verschillende lagen van de maatschappij, deel aan zo’n stille tocht. De protesten kregen veel positieve media-aandacht en ook kregen de demonstraties, met name vanuit de linkerkant, meer parlementaire steun. De oppositie tegen de Amerikaanse inmenging in Vietnam nam toe en werd breder.
Ondanks dat de Aktiegroep Vietnam en het Nationaal Comité Vietnam verschilden in hun aanpak, kwamen hun doelen veelal overeen: het stoppen van Amerikaanse bombardementen, het erkennen van het Noord-Vietnamese Nationaal Bevrijdingsfront en de terugtrekking uit Vietnam van alle buitenlandse troepen. Daarnaast stond de onschuld van het Vietnamese volk, de afkeer tegenover het Amerikaanse gebruik van napalm en splinterbommen en het dictatoriale karakter van Zuid-Vietnam ook centraal.
Naast de demonstraties kwam er ook veel praktische hulp op gang. Er worden tientallen ‘Vietnam-comités’ opgericht om geld in te zamelen, of juist praktische spullen naar Vietnam te sturen. Duizenden Nederlandse vrouwen breiden kleding voor Vietnamese kinderen en de Amsterdamse Naaimachinegroep zond honderden naaimachines naar Vietnam. Ook werd er apparatuur gemaakt zoals operatielampen en bloeddrukmeters om de Vietnamese strijd tegen Amerika te helpen. Daarnaast ontstond er een samenwerkingsverband tussen Vietnamese en Nederlandse universiteiten, waardoor Vietnamese studenten, met name na de oorlog, in contact konden komen met de internationale wetenschappelijke wereld.
De kerstbombardementen en het protest in Utrecht
In 1972, toen Amerika al 8 jaar in de Vietnamoorlog verwikkeld was, beloofde de Amerikaanse nationale veiligheidsadviseur Henry Kissinger dat er binnenkort een einde aan de oorlog zou komen. Dat de Amerikanen op 18 december, amper twee maanden later, een grootschalig bombardement op Noord-Vietnam begonnen, zorgde voor grote verontwaardiging in Nederland. De ‘kerstbombardementen’ werden sterk afgekeurd, zowel door het volk als door de regering.
Deze afkeur leidde tot het hoogtepunt van de Vietnamdemonstraties. Op 6 januari 1973 gingen meer dan 80.000 mensen de straat op in Utrecht. Het zou de grootste demonstratie in het naoorlogse Nederland tot dan toe zijn. Met name in de politiek was een verandering merkbaar. Anti-Amerikaanse uitingen waren normaler geworden en ook politici namen deel aan de protestmars. Tweede Kamerlid van de Partij van de Arbeid Anne Vondeling hield na de mars een toespraak waarin zij zich solidair stelde met het Vietnamese volk. Ook werd er tijdens een toespraak verklaard dat Richard Nixon, die het Amerikaanse presidentschap in 1969 van Johnson had overgenomen, misschien wel namens een Amerikaanse meerderheid handelde, maar dat er ook een andere meerderheid was; “De meerderheid van de volkeren van de Verenigde Naties en de overgrote meerderheid van het Nederlands volk die zegt ‘nee!’”
Steun voor Vietnam
De toenemende kritiek vanaf de tweede helft van de jaren zestig op het Vietnambeleid van Nederland werd zo uiteindelijk ook in het beleid van de Tweede Kamer zichtbaar. Met de deelname van prominente politici aan de demonstratie in Utrecht werd duidelijk dat het standpunt van de regering ten aanzien van Vietnam veranderde, mede omdat het links progressieve kabinet-Den Uyl in 1973 aantrad. Anti-Amerikaanse uitlatingen werden simpelweg gewoner, en steun voor de Vietnamoorlog, die twee jaar later in 1975 zou eindigen, bereikte een dieptepunt.
De solidariteit die sinds de tweede helft van de jaren zestig was opgebouwd met Vietnam, stortte ineen na de oorlog. De Amerikaanse interventie had gefaald en het communistische Noord-Vietnam had het land nu verenigd. Maar onder andere vanwege mensenrechtenschendingen in Vietnam brokkelde de steun voor Vietnam ook weer snel af. Van de tientallen comités die Vietnam in de jaren zestig en zeventig hadden geholpen, bleef er nog een handjevol over.
Het is maar de vraag hoeveel invloed de protesten in Nederland hadden op het Amerikaanse beleid. Toch hebben duizenden Nederlanders hun stem laten horen, en waren zij onderdeel van een veel grotere wereldwijde protestbeweging.
Bronnen:
- Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis: Vietnam acties in Nederland
- T.W. van der Pak, Universiteit Utrecht: Hun bloed zal het Westen rood kleuren: Een karakterisering van de Vietnamprotesten in Utrecht
- NPOkennis: Waarom eindigde de Vietnamoorlog niet met de terugtocht van Amerika?
- Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid: Massale betoging tegen Vietnam-oorlog (1973), via Youtube
- Huygens Ing: Nak, Pieter Frederik WIllem (1906-1996)
- Eenvandaag: Een staatshoofd beledigen mag nog steeds niet
- Andere Tijden: Met solidaire groet
- Trouw: In de twintigste eeuw was Nederland eerder ambivalent dan anti-Amerika
- Rimko van der Maar: Vietnam in de Nederlandse Politiek
- Historiek: Tonkin-resoluitie (7 augustus 1964)
afbeeldingen:
- Afbeelding 1:Vietnamdemonstratie, in het midden Piet Nak, 20 mei 1967. Ben Merk / Anefo. Nationaal Archief. [Creative Commons CC0 1.0 Universal Public Domain Dedication] via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: Amerikaanse bommenwerpens bombarderen Noord-Vietnam, 14 juni 1966. [Public Domain] via Wikimedia Commons
- Afbeelding 3: Vietnamdemonstratie in Amsterdam, 19 augustus 1967. Jac de Nijs / Anefo. Nationaal Archief. [Creative Commons CC0 1.0 Universal Public Domain Dedication] via Wikimedia Commons
- Afbeelding 3: Demonstratie tegen oorlog in Vietnam, de demonstranten in de Irenehal te Utrecht, 6 januari 1973. [...] Punt / Anefo. Nationaal Archief. [Creative Commons CC0 1.0 Universal Public Domain Dedication] via Wikimedia Commons