Geschiedenis van Amsterdam
Waar voor het jaar 1000 n.Chr. slechts moeras een veengronden waren, lag in de zeventiende eeuw de misschien wel belangrijkste stad van de westerse wereld. Vandaag de dag telt Amsterdam ruim 800.000 inwoners en geniet de stad nog steeds internationale bekendheid. Hoe ontwikkelde het kleine vissersdorpje zich in de loop van de eeuwen tot een handelscentrum en bloeiplaats van kunst en cultuur?
Eerste schriftelijke vermelding
Amsterdam wordt voor het eerst schriftelijk genoemd op 27 oktober 1275. De stad kreeg toen tolvrijheid verleend door Floris V, graaf van Holland. Dit betekende dat Amsterdamse schippers heel het graafschap Holland konden bevaren zonder ergens tol te hoeven betalen. De schenking van het zogenaamde Tolprivilege van Amsterdam, was politiek gemotiveerd. De stad viel namelijk onder het bewind van Utrecht, toen ook wel het Sticht genoemd, dat werd bestuurd door de bisschop in Utrecht. Floris V was er echter altijd op uit om de macht en aanzien van zijn graafschap te vergroten en hij verleende Amsterdam de tolvrijheid om meer invloed te krijgen op de stad.
Onder de bisschop van Utrecht
Het lokale bestuur in Amsterdam werd uitgevoerd door de Heren van Amstel, in naam van de bisschop Jan van Nassau. Overigens is Jan van Nassau nooit officieel gewijd tot bisschop omdat de Paus het niet eens was met zijn aanstelling. Daarom stond hij bekend als Jan van Nassau elect. De Heren van Amstel bestond uit een groep functionarissen en groeide later uit tot een adellijk geslacht. Zij wilden zich afscheiden van het bewind van de bisschop en een onafhankelijk staatsbestel stichten. Het Tolprivilege van Amsterdam was een politieke zet van Floris om de Amsterdammers voor zich te winnen. Uiteindelijk slaagde hij hier in; hij zou de stad onder zijn bewind weten te krijgen. In 1296 werd de graaf echter ontvoerd door enkele ontevreden edelen en vermoord, waarmee Amsterdam weer onder het bewind van het Sticht kwam te staan. Desondanks vormde het Tolprivilege van Amsterdam het begin van Amsterdams economische ontwikkeling. Tot dan toe had de stad nog een onbeduidende positie, zowel politiek als economisch gezien, en leefden de inwoners van Amsterdam voornamelijk van de visserij en kleine handel. Nu handelaren vrijgesteld waren van tolbetaling kreeg de stad een flinke economische voorsprong op andere steden.
In 1306 verleende de toenmalige bisschop van Utrecht Gwijde van Avesnes stadsrechten aan Amsterdam. Gwijde was de broer van de toenmalige graaf van Holland, Jan II van Avesnes. Toen Gwijde in 1317 overleed, kwam Amterdam wederom onder het bestuur van de graaf van Holland te staan.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Onder de graaf van Holland
Bier en haring ontwikkelden zich tot de belangrijkste handelsgoederen van Amsterdam. Toen de stad in 1323 het alleenrecht verkreeg op de import van bier uit Hamburg, was dit uiteraard een zeer goede ontwikkeling voor de stad. Deze bierhandel luidde het begin van de oostzeehandel in, ook wel moedernegotie genoemd. De oostzeehandel bleef tot de zeventiende eeuw als belangrijkste onderdeel van de Nederlandse handel gelden. Ergens gedurende de veertiende eeuw (het is niet duidelijk wanneer precies) is ook het zogenaamde haringkaken uitgevonden. Dit is een proces waarbij kort na de vangst de organen uit een haring verwijderd worden, waardoor de vis veel langer goed blijft. Ook deze ontwikkeling droeg bij aan de economische ontwikkeling van Amsterdam. Ondanks de relatieve economische voorspoed moet in het achterhoofd worden gehouden dat Amsterdam nog niet echt een belangrijke handelsstad was, zoals het in de daaropvolgende eeuwen zou worden.
Onder de hertog van Bourgondië
Amsterdam werd in 1433 onderdeel van het grote Bourgondische Rijk toen de Hollandse gravin Jacoba van Beieren na een reeks ingewikkelde politieke en militaire conflicten afstand deed van haar titels en ze overdroeg op Filips de Goede, hertog van Bourgondië. Als onderdeel van een groot rijk had Amsterdam gelijk ook een groot achterland om zijn producten te slijten. Hierdoor kon de oostzeehandel zich pas echt ontwikkelen. De stad breidde zich als gevolg van al die handel natuurlijk ook flink uit. Bij deze uitbreidingen werden ringvormige grachten gegraven ter verdediging. Nieuwe huizen werden op een fundering van houten palen gebouwd waardoor gebouwen steviger stonden op de drassige bodem. Overigens zijn veel houten palen in de loop der eeuwen gaan rotten, waardoor huizen in de oude binnenstad hun karakteristieke verzakking zijn gaan vertonen. Hout was destijd het voornaamste bouwmateriaal, wat de stad zeer kwetsbaar maakte voor brand. In 1421 ging een derde van de stad hierdoor in vlammen op en in 1452 zelfs driekwart.
Onder de Spaanse koning
Toen de kleindochter van Filips de Goede, Maria van Bourgondië, in 1477 trouwde met de Heilig Roomse keizer Maximiliaan I, kwam Holland in handen van de Habsburgse dynastie. De Habsburgers zouden niet veel later in 1516 ook de kroon van Spanje in handen krijgen. Zo kwam Amsterdam onder het gezag van de Spaanse koning te staan: Maximiliaans achterkleinzoon Filips II.
Onderdeel van de Republiek
In 1568 begon de Tachtigjarige oorlog, maar Amsterdam zou nog tot 1578 loyaal blijven aan de Spaanse koning, omdat het Amsterdamse stadsbestuur katholiek was. Dit zou dus in 1578 veranderen, toen een groep calvinistische opstandelingen de macht greep zonder bloed te vergieten. Deze gebeurtenis zou bekend komen te staan als de Alteratie van Amsterdam. Hierna gold de stad als een van de meest tolerante plekken in heel Europa. Binnen de Republiek werd Amsterdam de meest dominante stad, al bleef de verhouding met voornamelijk de stadhouders soms stroef lopen.
De Val van Antwerpen en de Gouden Eeuw.
In 1585 werd Antwerpen ingenomen door de Spanjaarden. Antwerpen was tot dan toe het belangrijkste handelscentrum van de Nederlanden geweest. Na de val van Antwerpen vluchtten veel Antwerpenaren naar het tolerante Amsterdam. Zij brachten hun handelsnetwerken met zich mee, waardoor Amsterdam positie van belangrijkste handelsstad overnam van Antwerpen. Voornamelijk de komst van Portugees-joodse handelaren speelde hier een grote rol in.
De economische ontwikkeling van Amsterdam kwam nu echt in een stroomversnelling terecht. Waar Amsterdam in 1570 nog maar 30.000 inwoners telde, was dat aantal in 1622 al opgelopen tot de 100.000. Deze ontzettend grote groei in inwonersaantal had natuurlijk als gevolg dat de stad ook flink moest uitbreiden. Tijdens de zeventiende, of Gouden eeuw kwamen daarom ook de bekende grachtengordel en de Jordaan tot stand.
Tijdens de Gouden eeuw behoorde Amsterdam tot een van de grootste en rijkste steden van Europa. Met al deze rijkdom kon een groot aantal handelsexpedities naar Indië, ook wel de Oost genoemd, gefinancierd worden. Deze expedities waren zo’n groot succes, dat in 1602 de Verenigde Oostindische Compagnie ofwel VOC werd opgericht. Inwoners van Amsterdam waren verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de financiering van de compagnie. Niet alleen handelaren maar ook gewone burgers legden hierbij geld in. Daarmee is de VOC een voorloper van het naamloos vennootschap. Amsterdam was het centrum van de macht van de VOC en de activiteiten van de handelscompagnie leverden de stad veel aanzien op.
Bij een rijke stad hoort natuurlijk ook kunst en cultuur. Er vond een explosie van kunstproductie en handel plaats. Bekende schrijvers als Bredero, Vondel en P.C. Hooft schreven in Amsterdam hun werken, Rembrandt van Rijn had hier zijn atelier en filosofen als Spinoza en Descartes lieten hier hun werken publiceren. Dat laatste was mogelijk omdat er in Amsterdam relatief grote persvrijheid bestond.
Aan al deze voorspoed moest uiteindelijk een einde komen. In 1672, het rampjaar, raakte de Republiek der Verenigde Nederlanden betrokken in een oorlog tegen zowel Engeland en Frankrijk als de bisdommen Münster en Keulen. Wegens deze oorlog was de Amsterdamse haven tijdelijk onbereikbaar voor handelsschepen uit de Oost en raakten zowel Amsterdam als de gehele Republiek hun voorname economische en politieke positie langzaam kwijt. Het rampjaar vormde het begin van een grote economische teloorgang. Bouwprojecten kwamen tot stilstand en het bevolkingsaantal van de stad nam drastisch af. Aan het einde van de zeventiende eeuw telde Amsterdam ca. 200.000 inwoners. In 1815 werd een dieptepunt van 140.000 inwoners bereikt.
Industriële revolutie
Na 1850 keerde de voorspoed langzaam weer terug. Als gevolg van de industriële revolutie trokken veel mensen van het platteland naar de stad op zoek naar werk. Hierdoor nam het bevolkingsaantal van Amsterdam weer flink toe. In de jaren tussen 1850 en 1900 verdubbelde het inwonersaantal van ca. 250.000 inwoners naar 510.000. In 1839 werd het traject Amsterdam - Haarlem geopend, de eerste spoorlijn van Nederland, en in 1876 kreeg Amsterdam een directe verbinding met de zee door de opening van het Noordzeekanaal. Aan het einde van de negentiende eeuw werden ook monumentale panden als het centraal station, het concertgebouw, Carré en Hotel Americain gebouwd.
Tweede Wereldoorlog
In 1940 brak een zwarte bladzijde van de Nederlandse geschiedenis aan. Nederland werd bezet door Nazi-Duitsland. De Amsterdamse bevolking had flink te lijden onder het bewind van de bezetter. De stad leed in verhouding met andere Nederlandse steden weinig materiële schade, maar een groot deel van de bevolking kwam om. Een groot gedeelte van de grote joodse bevolking werd gedeporteerd, met als meest bekende natuurlijk Anne Frank. Ook de Hongerwinter sloeg hard toe in de stad. In totaal kwam tijdens de oorlog ongeveer 10% van de Amsterdamse bevolking om.
Naoorlogse periode
Na de Tweede Wereldoorlog begon de wederopbouw en breidde de stad zich flink uit. In de jaren 50 en 60 ontstonden de Westelijke Tuinsteden, de wijk Buitenveldert en de Bijlmer. Als gevolg van de aanleg van de Ijtunnel, geopend in 1968, kon ook Amsterdam Noord flink uitbreiden. Het Nederlandse softdrugsbeleid maakte van Amsterdam ook een belangrijk centrum van de internationale hippiecultuur. Hippies sliepen in het Vondelpark en op de Dam. Provo’s organiseerden happenings bij het Lieverdje. Daarmee kreeg Amsterdam ook in de twintigste eeuw een internationale reputatie van een tolerante stad waar veel kon en mocht.
De bevolkingssamenstelling is flink veranderd in het naoorlogse tijdperk. Veel oorspronkelijke Amsterdammers vertrokken naar gemeenten als Purmerend, Hoorn en Almere terwijl de stad juist een toestroom van Surinaamse, Turkse en Marokkaanse Amsterdammers ontstond. Tegenwoordig telt de stad 800.000 inwoners uit 180 verschillende landen. Al is Amsterdam misschien niet meer het economisch centrum van Nederland, laat staan Europa, de stad geldt met zijn vele musea, poppodia, orkesten en theaters nog steeds als cultureel hart van Nederland.
Meer weten over de geschiedenis van Amsterdam? Ons Amsterdam vertelt 10 x per jaar de mooiste, spannendste, wonderlijkste, kleurrijkste verhalen uit de Amsterdamse geschiedenis.
Bronnen: Amsterdam.org, Europeana, Histoforum, Historiek, Iamsterdam, Ons Amsterdam.