6 belangrijke overwinningen van Michiel de Ruyter
Wie aan zeeoorlogen denkt, ziet al snel Michiel de Ruyter voor zich. De admiraal staat bekend om zijn overwinningen in een aantal roemruchte zeeslagen. Welke zeeslagen zijn nog meer enorm belangrijk geweest?
Michiel de Ruyter en zijn hart voor de Nederlandse wateren
Vanaf zijn elfde levensjaar was De Ruyter op zee te vinden. Die periode duurde echter kort, want na vier jaar dacht hij genoeg verdiend te hebben om zijn leven voort te zetten aan wal. Lang hield hij dat niet vol. Na een jaar trad hij in dienst bij de marine en ging de zee weer op. Walvisvaart, kaapvaart en ander werk wisselde hij af. In 1652 trouwde hij met kapiteinsweduwe Anna van Gelder en besloot het zeeleven achter zich te laten. Helaas brak in hetzelfde jaar de Eerste Engelse Oorlog uit en trok hij de wateren weer op om zijn vaderland te dienen. Zonder dat hij het doorhad, startte zo zijn carrière waarmee De Ruyter uitgroeide tot Nederlandse volksheld.
Slag bij Plymouth, 1652
Tijdens het eerste gevecht in de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog, op 26 augustus 1652, behaalde De Ruyter, toen nog vice-commandeur, meteen een overwinning. Bij Plymouth versloeg hij een Engelse vloot van admiraal Ayscue. De Engelse admiraal werd bij thuiskomst ontslagen. Toen De Ruyter aanmeerde aan de kust van de Republiek werd hij als zeeheld onthaald. De toon was gezet. Toen de oorlog uitbrak, zag het er op papier naar uit dat de Republiek snel het onderspit zou delven, maar dankzij de overwinning van De Ruyter werd voor het Nederlandse publiek duidelijk dat de Republiek niet zonder slag of stoot zou opgeven.
Slag bij Nyborg, 1659
De Republiek wilde in 1659 de handel in de Oostzee veiligstellen. Zweden probeerde het hele gebied rondom de Oostzee te veroveren, maar daar was de Republiek niet blij mee. De Republiek had een gunstig verdrag met de Denen, waardoor schepen uit de Republiek maar weinig tol hoefden te betalen bij hun doortochten richting de Oostzee. Het zag er naar uit dat de Zweden die tol flink zouden verhogen. Dat kon een enorme economische strop voor de Republiek betekenen. De handelsbelangen in het Oostzeegebied waren enorm en leverden meer geld op dan de VOC. Om de handelsbelangen rondom de Oostzee veilig en goedkoop te houden, mengde de Republiek zich in de strijd tegen de Zweden. De Ruyter speelde daarbij een grote rol toen hij de Deense stad Nyborg ontzette. Uit dankbaarheid werd De Ruyter door de Deense koning in de adelstand verheven.
Vierdaagse zeeslag, 1666
Van 11 tot 14 juni 1666 woedde de Vierdaagse zeeslag, een van de langstdurende zeeslagen uit de geschiedenis. De bloedige confrontatie maakte onderdeel uit van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog (1665-1667). Admiraal Michiel de Ruyter confronteerde de Engelse vloot voor de kust bij Duinkerken. De Engelse vloot leek in het nadeel, omdat zij in de minderheid waren en omdat de wind in de verkeerde richting stond. Maar diezelfde weersomstandigheden waren ook ongunstig voor de Hollanders. Op de eerste en tweede dag kon nog geen voorspelling over een mogelijke winnaar worden gedaan. De derde dag kenmerkt zich echter door de Nederlandse achtervolging van de Engelse vloot. Alleen was de achterhoede van Engeland het zwaarst bewapend en kwam er vanuit Engeland versterking aan. De Engelse admiraal koos daarom de snelste route naar huis, maar die was risicovol doordat er zandbanken lagen. De kleinste schepen konden daaroverheen, maar het vlaggenschip liep vast en werd door de Nederlanders veroverd. Toch was er nog geen sprake van een overwinning. En hoewel de Hollandse vloot groter was dan de Engelse, begon uitputting zijn tol te eisen. Helemaal toen de Nederlanders het moesten opnemen tegen de nieuwe frisse versterking van Engeland.
Beide vloten verloren in deze slag meer dan duizend man. Hoewel vroeger de zeeslag werd aangemerkt als ‘onbeslist’, wordt vandaag de dag Engeland als verliezer beschouwt, omdat zij de meeste schepen waren kwijtgeraakt.
Tocht naar Chatham, 1667
De wraaktocht naar Chatham is een van de bekendste zeeslagen van De Ruyter. Het was deels een vergelding voor de Engelse vlootacties bij Vlieland een jaar eerder. In 1667 wist De Ruyter, met hulp van Johan de Witt’s ideeën en met aanwezigheid van diens broer Cornelis de Witt op de vloot, de Engelsen een zware slag toe te dienen. De zeeslag was een primeur in militair opzicht, omdat het Korps Mariniers voor het eerst als nieuwe eenheid optrad. En De Ruyter boekte winst. Op 31 juli 1667 werden de Engelsen gedwongen de Vrede van Breda te ondertekenen. Daarmee was de eindoverwinning aan de Republiek.
Slag bij Kijkduin, 1673
1672 staat bekend als het ‘Rampjaar’, maar in 1673 was dat 'jaar' nog lang niet voorbij. De Republiek zat nog altijd in een ingewikkelde spagaat. Over land bezetten de Fransen nog altijd grote delen van de Republiek en in juni veroverde Lodewijk XIV ook nog eens Maastricht. Engeland viel over zee de Hollandse en Zeeuwse kusten aan. Van de drie grote zeeslagen, was de slag bij Kijkduin het belangrijkst. Daar werd de Frans-Engelse vloot op 21 augustus 1673 verslagen. Hoewel de Engelsen en Fransen een grotere vloot hadden én meer munitie, had De Ruyter de wind mee. Door tactische manoeuvres wist De Ruyter de vijandelijke vloten van elkaar te scheiden en ze voor de ondiepe kust bij Den Helder te verslaan. De winst was in tactisch opzicht geen grote overwinning, de Slag bij Kijkduin was vooral een strategische winst. In Londen en Parijs was de politieke ravage enorm als gevolg van de nederlaag. Het was na de slag gauw klaar met het bondgenootschap tussen Engeland en Frankrijk.
De slag bij Kijkduin is misschien wel de belangrijkste zeeslag die Michiel de Ruyter uitvocht. Met zijn overwinning bij Kijkduin behoedde hij de Republiek van een grote invasie en redde daarmee het land. Ronald Prud’homme van Reine, een kenner van de zeeslagen van de Republiek, neemt je in Geschiedenis Magazine 5 van 2023 mee naar het jaar 1673.
Slag bij de Etna
De laatste tocht die De Ruyter maakte, was naar Etna. De Republiek was nog altijd in oorlog met Frankrijk, maar ook Spanje was in oorlog met de Franse koning Lodewijk XIV. De Spanjaarden konden de Hollanders goed als bondgenoot gebruiken. De Fransen steunden namelijk opstandelingen op het onder Spaans bewind staande eiland Sicilië en het Spanje had extra steun nodig om iets tegen de Fransen en opstandelingen te beginnen. De Ruyter voer met achttien oorlogsschepen en wat kleinere schepen naar de Middellandse Zee. Dat ging niet van harte, de vloot die aan De Ruyter was toevertrouwd was in slechte staat en de admiraal verwachtte daarom weinig goeds van de missie. Die verwachting kwam uit toen De Ruyter de Franse admiraal Abraham Duquesne – ooit nog een leerling van De Ruyter – trof. Tijdens een gevecht voor de kust van Sicilië raakte De Ruyter zwaargewond. Toen dit nieuws uitlekte en ook de Franse vloot bereikte, brak de Franse admiraal het gevecht af uit respect voor De Ruyter. Die overleed een week later aan zijn verwondingen.