Biografie van Johan Maurits
Naar aanleiding van het hedendaagse slavernijdebat is het borstbeeld van Johan Maurits van de hal van het Mauritshuis verbannen naar het depot. Wie was Johan Maurits? Waarom werd hij de Braziliaan genoemd?
Jeugd
Johan Maurits van Nassau-Siegen, een achterneef van Willem van Oranje, werd geboren op 17 juni 1604. Hij studeerde in Bazel, Genève en aan de Ritterschule in Kassel. Toen hij zestien was ging hij in dienst bij het Staatse leger. Als marine officier in opleiding was hij betrokken bij diverse belegeringen ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog. In 1636 wist Johan Maurits, in de functie van kapitein, de Schenkenschans – ‘de Poort van Holland’ - van de Spanjaarden te heroveren. Het jaar daarop trad hij in dienst bij de West-Indische Compagnie (WIC).
Het Mauritshuis
Een veelvoorkomende misvatting is dat het Mauritshuis is vernoemd naar de bekende stadhouder Maurits, de peetoom van Johan Maurits. Het was echter Johan Maurits die in 1633 de opdracht gaf aan de architect Jacob van Campen om een stadspaleis te bouwen in Den Haag: het Mauritshuis. De bouw van het Mauritshuis duurde lang, een van de redenen hiervoor was dat de bouw niet echt haast had. Johan Maurits verbleef namelijk tijdens de bouw een aantal jaar in Brazilië.
De Braziliaan
Johan Maurits vertrok in 1637 naar Brazilië. De schepen van de WIC wisten de Portugezen uit een deel van Brazilië te verjagen en de Republiek der Verenigde Nederlanden stichtte een eigen kolonie: Nederlands-Brazilië. Johan Maurits werd gouverneur van Nederlands-Brazilië en verdedigde de kolonie tegen – voornamelijk Spaanse en Portugese - aanvallen van buitenaf. Het ging de WIC vooral om het geld, dat verdiend werd door suikerriet te verbouwen, maar Johan Maurits wilde meer dan alleen economische winsten behalen. Hij stichtte zijn eigen stad en was niet bang om deze naar zichzelf te vernoemen: ‘Mauritsstad’.
Mauritsstad
Mauritsstad werd het culturele middelpunt van de Nieuwe Wereld. Zo kwam er in de stad de eerste dierentuin en de eerste botanische tuin van Amerika. Ook bouwde hij er het paleis Vrijburgh en voerde er een eigen bestuur in. De wetenschap werd door Johan Maurits erg gestimuleerd; hij organiseerde expedities om kennis op te doen over Braziliaanse flora en fauna. Nederlandse schilders zoals Albert Eckhout en Frans Post kwamen naar de kolonie om de exotische taferelen af te beelden.
Vooruitstrevend bestuur
Johan Maurits wordt in Brazilië gezien als verlicht leider. De algemene Europese heerser uit die tijd maakte een onderscheid tussen christelijke en heidense volken en veel inheemse ‘heidense’ bevolking werd ofwel bekeerd ofwel tot slaaf gemaakt. Johan Maurits was echter een religieus tolerant politicus en erkende en respecteerde de plaatselijke bevolking meer. Vanwege de godsdienstvrijheid emigreerden in deze periode ook grote aantallen Amsterdamse Joden naar Nederlands-Brazilië. Nadat Maurits door de WIC werd teruggeroepen naar Nederland bleef er weinig van het tolerante bewind over. Er ontstond als gevolg hiervan een strijd tussen Katholieke Portugezen en calvinistische Hollanders en het nam al snel de vorm van een godsdienstoorlog aan.
Terugkeer naar Nederland
In 1644 kwam Johan Maurits weer terug in Nederland. De WIC vond dat hij teveel geld had uitgegeven aan al zijn projecten en stuurde hem terug. Datzelfde jaar ging Johan Maurits in dienst bij de Staten-Generaal en hij bleef in dienst de rest van zijn leven. Johan Maurits werd in 1647 tot stadhouder benoemd van Kleef door keurvorst Frederik Willem van Brandenburg. Johan Maurits wilde ook hier een tolerant bestuur uitvoeren. Ondanks dat Johan Maurits zelf calvinist was, hoefden de katholieken niet te vertrekken uit Kleef en ook joden werden getolereerd.
Bouwprojecten in Kleef
Vergelijkbaar met zijn gedrag tijdens zijn regeerperiode in Nederlands-Brazilië zat Johan Maurits ook niet stil in zijn tijd als stadhouder van Kleef. Na het einde van de Tachtigjarige Oorlog met de vrede van Münster in 1648 viel er veel te restaureren in het gebied. Johan Maurits nodigde zijn oude kennis, Jacob van Campen, uit in Kleef om mee te helpen met de aanleg van kanalen, fonteinen en lanen en samen werkten ze aan de bouw van een prachtig parklandschap. Veel van Maurits’ bouwwerken zijn in de Tweede Wereldoorlog verwoest maar de Kleefse Tuinen zijn gespaard gebleven, zo ook de beroemde Nassaueralle. Johan Maurits bestelde zo’n zeshonderd lindebomen in Holland en creëerde in Kleef een prachtige kaarsrechte lindelaan. Naar het voorbeeld van deze lindelaan liet de keurvorst een vergelijkbare laan aanleggen in Berlijn: Unter den Linden . Ook de dierentuin van Berlijn werd aangelegd naar voorbeeld van de parken in Kleef.
Slavenhandel
Er is helaas ook een donkere kant te vinden aan alle culturele bijdragen van Johan Maurits. Ondanks zijn religieuze tolerantie was Johan Maurits zeer wreed tegenover slaven. Zo beschrijft Zihni Özdil in 2014 dat Maurits het geld om al zijn bouwprojecten te financieren haalde uit de slavenhandel en –arbeid. Een jaar eerder schreef Willem Bouwman ook een vergelijkbaar stuk over Johan Maurits in de serie Kopstukken uit het slavernijverleden (Nederlands Dagblad): “Johan Maurits verdiende zo veel geld met de suikerteelt dat zijn paleis het suikerpaleisje is genoemd”. De Volkskrant schreef 16 januari 2018 een stuk over het verwijderen van het borstbeeld van Johan Maurits uit de foyer van het Mauritshuis. Dit zou vier maanden geleden gedaan zijn, stilzwijgend, naar aanleiding van de maatschappelijke discussie over hoe we in Nederland omgaan met ons slavernijverleden.
bronnen
- Kleve-tourismus: historische tuinen in Kleve
- Historiek.net: Zihni Özdil over de slavernij achtergrond van het mauritshuis
- Encyclopedia Brittanica: John-Maurice-of-Nassau
- De Volkskrant: beeldende-kunst/buste-van-johan-maurits-verbannen-naar-het-depot
- Nederlands Dagblad: de-slavenhandel-van-johan-maurits
afbeelding
Jan de Baen [Public domain], via Wikimedia Commons