Operatie Barbarossa: het falen van de Blitzkrieg
Op 22 juni 1941 begon Nazi-Duitsland met Operatie Barbarossa. Hitler besloot de Blitzkrieg toe te passen op het oostfront; met Operatie Barbarossa wilde hij door middel van een snelle en verrassende aanval binnen enkele weken de Sovjet-Unie tot overgave dwingen. De Duitse tactiek van snelle verovering had in West-Europa namelijk ook al tot grote successen geleid.
Hitlers kruistocht tegen het bolsjeswisme
Hitler had een grote hekel aan het communisme en daarom aan de Sovjet-Unie. Daarnaast wilde hij meer Lebensraum creëren voor de Duitse bevolking. Volgens Hitler waren Polen en de Sovjet-Unie geschikte plaatsen voor de Duitsers om te wonen. Daarnaast vormde de Sovjet-Unie een belangrijke potentiële bron van grondstoffen en voedsel.
Maar er speelde ook een meer pragmatische reden. Hitler vreesde dat Stalin het niet-aanvalsverdrag zou kunnen verbreken. Daarom was het in de ogen van Hitler verstandiger om zélf de eerste klap uit te delen en de Sovjets te verslaan voordat zij hun enorme leger goed en wel tegen het Duitse leger konden inzetten.
Hitler noemde de aanval op de Sovjet-Unie ‘operatie Barbarossa’. Hij verwees hierbij naar de Heilige Roomse keizer Frederik I ‘Barbarossa’, die in de twaalfde eeuw de leiding had over de Derde Kruistocht. Hitler zag de aanval op de Sovjet-Unie als een kruistocht tegen de bolsjewieken.
Barbarossa in theorie
Na Hitlers grote successen in West-Europa richtte hij nu zijn pijlen op de Sovjet-Unie. Met zijn aanval op Stalin verbrak Hitler het niet-aanvalsverdrag van 1939 tussen Duitsland en de Sovjet-Unie. Hitler wilde de Sovjet-Unie op dezelfde manier aanvallen als hij in Polen en de Lage Landen had gedaan: door middel van een snelle en verrassende aanval, met tanks en gemotoriseerde eenheden die snel manoeuvrerend door de vijandelijke linies heen moesten breken, de vijand omsingelen en vervolgens vernietigen. Daarna zou het een kwestie zijn van de grote steden veroveren om het bestuur en de industrie in handen te krijgen. Vóór de winter aanbrak, moest Stalin tot overgave gedwongen zijn.
Dat optimisme was deels gebaseerd op het eigen kunnen. In Frankrijk had het Duitse leger in verrassend weinig tijd het Franse leger, een van de machtigste legers van dat moment, tot capitulatie gedwongen. De Sovjets hadden daarentegen smadelijke nederlagen geleden in de Winteroorlog tegen de Finnen. Maar naast dergelijke enigszins objectieve prestaties, heerste er in de Duitse rangen ook een ideologisch getinte overmoed. De Slavische volkeren golden in de ogen van de nazi's als minderwaardig en zouden dus makkelijk te verslaan zijn. 'We hoeven de deur maar in te trappen en het rotte bouwwerk stort in elkaar!', zou Hitler verkondigd hebben.
Die overmoed gold overigens niet bij iedereen. Verschillende Duitse topofficieren waarschuwden voor de enorme mankracht die nodig zou zijn om zo veel land onder controle te houden. Daarnaast vreesden velen dat de opmars wel eens een stuk langzamer zou kunnen gaan. Het gebied dat veroverd zou moeten worden, was niet alleen enorm groot, het was ook goed verdedigbaar. In het gebied stromen veel rivieren, haaks op de richting van de Duitse opmars. De verdedigers hoefden alleen maar voldoende bruggen op te blazen om de snelheid uit de Duitse opmars te halen. Snelheid die cruciaal was voor het slagen van het plan.
Het Rode Leger in het nadeel
Het Rode Leger van Stalin stond inderdaad voor grote problemen. Het leger was onervaren, want Stalin had in de jaren 30 veel ervaren officieren naar de Goelags gestuurd of laten vermoorden. Daarnaast hadden de Russen dan wel veel materiaal, een groot deel ervan was verouderd. Van de tienduizenden tanks was slechts iets meer dan de helft gevechtsklaar en veel van die tanks waren nauwelijks opgewassen tegen de Duitse Panzers. Ook was de communicatie tussen de verschillende legeronderdelen en de luchtmacht zeer slecht. Dat het Sovjetleger vele malen groter was dan het Duitse leger, gaf Stalin echter wel een groot voordeel. Hij had voldoende manschappen om een lange oorlog te voeren, waarbij hij het Duitse leger langzaam af zou remmen, tot de Duitsers door hun munitie heen waren. Dan zou het Russische leger met een enorm overwicht aan manschappen terug kunnen slaan, terwijl de Duitsers ver van huis verstoken van materiaal zaten.
De aanval
Al vroeg in 1941 begon het Duitse leger zich te groeperen. Aan de grenzen met de Sovjet-Unie verzamelden in het voorjaar al honderdduizenden Duitse soldaten, een legermacht die aanzwol tot bijna drie miljoen soldaten, afkomstig uit heel Europa. Verschillende bondgenoten stuurden troepen, maar vanuit de bezette gebieden stroomden veel vrijwilligers naar het oostfront. De aanval stond gepland voor 15 mei, maar werd uitgesteld. Historici zijn het er niet helemaal over eens waarom dat gebeurde. Redenen die gegeven worden zijn de situatie op de Balkan, maar ook dat veel bondgenoten, zoals Roemenië, pas laat op de hoogte werden gebracht van hun verwachte aandeel in de strijd, en meer tijd nodig hadden om zich voor te bereiden.
Op 21 juni werd het signaal gegeven dat de aanval de volgende dag zou beginnen. Vanaf 22 juni viel de Luftwaffe de grote steden in de Sovjet-Unie genadeloos aan, terwijl de tanks oprukten. Er waren drie hoofdlijnen vastgesteld. Een hoofdlijn liep naar het noorden in de richting van Leningrad, een ander moest door het midden oprukken naar Smolensk en vervolgens Moskou. De derde hoofdlijn zou via Kyiv naar de Wolga oprukken.
De eerste klap was genadeloos hard. De Duitse aanval over het enorm brede front, met luchtaanvallen die tot ver in Oekraïne kwamen, legde een groot deel van het opperbevel van de Sovjets lam. De Duitse tanks rolden zo snel het land binnen, dat Stalins commandanten eigenlijk altijd met verouderde informatie moesten werken. Voor zover zij nog werkten. Volgens verhalen was de paniek in het Kremlin zo groot, dat de situatie als ‘verlamd’ werd omschreven. Chaotisch probeerden de Russische troepen tegenaanvallen op te zetten of zich terug te trekken, maar zonder succes. Stalin leek geen idee te hebben van wat hem overkwam en beval zodra de eerste berichten over de Duitse invasie binnenkwamen, een massale tegenvaanval om de vijand meteen terug te slaan, zonder zich te realiseren dat zijn leger op dat moment al nergens meer toe in staat was. In enkele weken werden de Sovjets honderden kilometers teruggedrongen. Het Rode leger leek de verkruimelen onder de druk van de Duitse Blitzkrieg.
Het Rode leger stort bijna in
Het Russische leger trok zich terug rondom de grote steden, maar juist daar kregen ze enorme klappen te verwerken. De Duitse pantsereenheden sneden de langzamere troepen de pas af en sloten ze in. In juli en augustus werden op die manier driehonderdduizend Sovjets ingesloten bij Smolensk en in september raakten de Sovjets nog eens honderdduizenden soldaten tegelijk kwijt bij Kyiv, waar bijna een half miljoen man ingesloten raakte en omkwam in de zware beschietingen, stierf door honger of gevangen werd genomen.
De grote overwinningen ten spijt, kostte de opmars meer dan verwacht. Het omsingelen van grote legereenheden paste prima binnen de Blitzkriegtactiek die het Duitse opperbevel voor zich zag, als de omsingeling voltooid was, liep de strijd vaak uit op een taai en langzaam gevecht. Tot grote verrassing van de Duitsers, vochten veel Sovjets tot de laatste kogel en de laatste snik. Vaak gedwongen door partijcommissarissen die dreigden om ieder die zich overgaf te executeren. Daarnaast hadden de Duitsers door gebrekkige inlichten de omvang van het leger van de Sovjets ernstig onderschat. De Sovjets hadden meer tanks, meer soldaten en meer vliegtuigen dan was ingeschat. Daardoor kostte alles veel meer materiaal, tijd en soldaten dan verwacht. Ondertussen kwam het einde van de Duitse munitievoorraden in zicht en de strijd vrat vliegtuigen, voertuigen en mensen.
De Duitse opmars begon steeds meer te kraken en het optimisme in Berlijn begon langzaam weg te ebben. Wel bereikten de Duitse en Finse troepen in augustus 1941 Leningrad. Een belangrijk industrieel en bestuurlijk centrum en een stad met belangrijke symbolische waarde. De stad was ooit de hoofdstad van de tsaren en vernoemd naar Lenin. Om de stad zou een genadeloze strijd losbarsten waarbij vrijwel geen onderscheid gemaakt werd tussen burgers en militairen. Ook niet door het Russische opperbevel, dat alle stadsbewoners inzette bij het oprichten van fortificaties en het maken van wapens. Veel inwoners van Leningrad gingen van wervingsbureau van het leger rechtstreeks naar het front. De strijd woedde tot Hitler het bevel gaf de stad dan maar door uithongering tot overgave te dwingen.
Paniek in het Kremlin
Meer naar het zuiden hielden de gigantische problemen voor Stalin aan. Al in juli was Smolensk in Duitse handen gevallen, waardoor de weg naar Moskou openlag voor de Duitsers. Hitler had echter opdracht gegeven om eerst Oekraïne te veroveren, waar hij de belangrijke landbouw- en industriegebieden in handen wilde krijgen. Die Duitse omweg bracht Stalin echter geen soelaas. De verloren strijd om Kyiv betekende dat het Rode Leger als geheel haar numerieke overwicht op de Duitsers verloor. Lokaal waren de problemen veel groter. Het leger had zo veel soldaten verloren dat het op papier niet meer in staat leek om Moskou te verdedigen. Tegenover de Duitse legergroep midden van ruim een miljoen man, stonden nauwelijks honderdduizend Sovjets. De paniek bij de Sovjets was enorm, talloze regeringsfunctionarissen ontvluchtten het Kremlin. Die vlucht sloeg over op de burgerbevolking waardoor er een enorme exodus op gang kwam. Aan de Duitse kant kregen de optimisten een stevige steun in de rug. Enkele generaals begonnen alvast berichten over de op handen zijnde verovering van Moskou te verspreiden.
Echter, de tijd was in het voordeel van de Russen. Het was inmiddels september en de herfst hing in de lucht. De eerste regen en vooral de modder die door die regen veroorzaakt werd, bracht de Duitse opmars vrijwel tot stilstand. De beruchte Rasputitsa gaf de Russen de tijd te hergroeperen, maar vormde voor de Duitsers een onoverkomelijk probleem. Niet alleen de aanval lag stil, ook de bevoorrading van de troepen aan het front kwam stil te liggen. Toen de invallende winter ervoor zorgde dat de grond weer stevig werd en de tanks en vrachtwagens weer konden rijden, hadden de soldaten daardoor nog altijd te weinig brandstof en munitie om een effectieve aanval op te zetten. Maar nog erger: ze hadden ook nauwelijks winterkleding.
De Duitse opmars komt tot stilstand bij Moskou
Bij Moskou en Leningrad vielen de Duitsers opnieuw aan, maar in de winterkou ging de aanval moeizaam. De Russen hielden stand. In december kwamen de Duitse tanks krakend tot stilstand in de diepe sneeuw en vrieskou. Terwijl de Duitse soldaten de torens van het Kremlin aan de horizon konden zien liggen, zagen ze dichterbij honderdduizenden verse Russische rekruten in de tegenaanval gaan. Met het einddoel in zicht moesten de Duitsers zich hier en daar al terugtrekken. De Luftwaffe, een van de sleutels van de successen in de zomer, stond soms letterlijk vastgevroren aan de grond. De Duitse soldaten die in hun herfstkleding rillend in de sneeuw lagen, konden geen steun krijgen van de gevreesde Stuka’s, terwijl zij de in het wit gehulde Sovjets op zich af zagen komen. Na verwoede pogingen zijn leger weer op gang te krijgen en orders dat zijn soldaten voor elke centimeter moesten vechten, gaf zelfs Hitler het commando om de aanvallen te staken en liet zijn leger defensieve stellingen betrekken. Hij moest wel, waar het front in december nauwelijks twintig kilometer van het Kremlin lag, waren de Duitsers in februari al ruim honderd kilometer van de Russische regeringszetel verwijderd. Maar daar kwam ook de Russische opmars weer tot stilstand door de grote verliezen die de Russen leden. De honderdduizenden verse rekruten die de hoofdstad hadden verdedigd, waren vaak slecht bewapend en getraind. Hun inzet was een ultieme poging om de hoofdstad te redden en honderdduizenden kwamen om in de kou of de bittere gevechten.
Desondanks was de Duitse opmars tot staan gebracht. Voorlopig althans. Woedend ontnam Hitler de opperbevelhebber van zijn leger aan het oostfront het commando en nam zelf de touwtjes in handen. Stalin gaf daarentegen de commandanten die de Duitse opmars tot staan hadden gebracht, langzaamaan meer vrijheid om hun eigen strategische kennis en kunde te gebruiken.
Het einde van Operatie Barbarossa
Beide landen stonden er in de eerste maanden van 1942 slecht voor. De opmars van de Duitsers was tot staan gebracht en de Duitsers hadden grote verliezen geleden, maar daarvoor hadden de Sovjets zelf een bijzonder hoge prijs moeten betalen. Grote en waardevolle delen van het land waren ingenomen en belangrijke industriële centra lagen in puin of waren veroverd. Miljoenen soldaten waren dood, gewond of krijgsgevangen. Wel lukte het de Sovjets om belangrijke oorlogsindustrie naar het oosten te verplaatsen. Aan de oostkant van het Oeralgebergte, ver buiten het bereik van de Duitse kanonnen en vliegtuigen, verrezen razendsnel nieuwe fabrieken die in een steeds hoger tempo nieuwe tanks en vliegtuigen afleverden.
Het Duitse plan om Rusland voor de winter op de knieën te krijgen was mislukt en voor die mislukking hadden de Duitsers een hoge prijs betaald. De Duitsers verloren achthonderdduizend soldaten tussen juni 1941 en februari 1942 en ook de verliezen aan materiaal waren onbeschrijfelijk hoog. De Duitse oorlogsindustrie was nauwelijks in staat die verliezen bij te benen. Mede dankzij de lange aanvoerlijnen, waardoor het versterken van de troepen aan het front al ongelofelijk kostbaar was. Barbarossa was mislukt.
Na Operatie Barbarossa
Dat betekende echter niet het einde van de strijd. In de zomer van 1942 lanceerden de Duitsers nog eens een offensief, waarbij ze weer veel terreinwinst boekten. Moskou en Leningrad zouden ze links laten liggen, hoofddoel was nu het zuiden, waar gebieden met veel erts, kolen en olie lagen, goederen die de Duitsers goed konden gebruiken om hun industrie te blijven voeden. Ook dat offensief mislukte uiteindelijk. Bij Stalingrad zou de Duitse opmars definitief tot staan worden gebracht, maar er zouden nog jaren van extreem wrede strijd volgen tot de Sovjets in april en mei 1945 Berlijn veroverden.
Bloedige strijd achter het front
Waar het front voorbij was getrokken, keerde de rust allerminst terug. De start van operatie Barbarossa betekende de start van een ongekend wrede oorlog, die ook achter het front in alle hevigheid bleef door woeden. De bezette gebieden werden geteisterd door Einsatzgruppen, speciale eenheden van de SS die de taak hadden ‘anti-Duitse elementen’ op te sporen en te vernietigen. Onder die ‘anti-Duitse elementen’ werd ook de Joodse bevolking gerekend. Meedogenloos maakten de SS’ers jacht op hen, vaak geholpen door de lokale bevolking. Antisemitsme tierde welig en de Einsatzgruppen organiseerden regelmatig pogroms waarin de lokale bevolking de Joodse bevolking aanviel en overleverde aan de Duitsers, of hen ter plekke vermoordde. In massale moordpartijen die soms dagen konden duren werden honderdduizenden mensen vermoord. Sadistische nazi’s lieten veel slachtoffers hun eigen (masssa)graf delven voordat zij in koele bloeden werden vermoord. Dit gebeurde nog voordat tijdens de Wannseeconferentie in 1942 werd besloten dat joden op industriële schaal vermoord zouden worden in vernietigingskampen.
Een ander doelwit van de Einsatzgruppen waren de partizanen. Achter het front barstte vaak een bitter guerrillastrijd los, waarbij lokale verzetsgroepen aanvallen uitvoerden op Duitse goederen- of troepentransporten en aanslagen pleegden op alles en iedereen die met de Duitsers samenwerkte. De Einsatzgruppen namen vaak bloedig wraak voor deze aanslagen, waarbij vooral de lokale burgerbevolking het kind van de rekening was. Het platbranden en uitmoorden van hele dorpen werd door de nazi’s als een geoorloofde strafmaatregel gezien. Door de lokale bevolking te laten lijden, probeerden de Duitsers de steun aan de partizanen te breken.
Operatie Barbarossa betekende het begin van een van de meest bloedige episodes van de Tweede Wereldoorlog. Toen Operatie Barbarossa tot stilstand kwam, waren er al miljoenen mensen omgekomen, maar het bloedbad zou nog veel groter worden. In 1942 en 1943 zou de strijd op en neer golven, met bloedige slagen om Stalingrad en Koersk. Na die laatste slag zouden de Sovjets gestaag oprukken, tot op 9 mei 1945 ook de Sovjets de vrede ondertekenden. Tussen de zomer van 1941 en mei 1945 zouden er aan het oostfront alleen al bijna dertig miljoen mensen omkomen. Daarmee is het oostfront het meest bloedige strijdtoneel van Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Bronnen
duitslandinstituut.nl, 'Operatie Barbarossa'
stalingradbattle.nl, 'Barbarossa'
go2war2.nl, 'Operatie Barbarossa en de Duitse (...)'
historianet.nl, 'Operatie Barbarossa de allergrootste (...)'
Afbeelding
Bundesarchiv, Bild 101I-140-1236-01A / Plenik, Bruno / CC-BY-SA [CC BY-SA 3.0 de (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/de/deed.en)], via Wikimedia Commons